Waarom maakt een statisticus zich zorgen over José Booij?

In mijn recente blogposts https://gill1109.com/2022/01/17/nederlandse-familierechtspraak-de-tragische-zaak-van-jose-booij/ en https://gill1109.com/2022/01/13/ dutch-family-justice-the-tragic-case-of-jose-booij/ heb ik een glimp gegeven van de beproevingen van José Booij. In dit bericht wil ik uitleggen hoe ik erbij betrokken ben geraakt.

Op 14 april 2010 heeft het gerechtshof in Arnhem Lucia de Berk vrijgesproken van alle aanklachten tegen haar. Ik werkte al sinds het boek van Ton Derksen in 2006 uitkwam aan de zaak, bestudeerde de statistieken, sprak met experts en journalisten, hielp het publiek om van gedachten te veranderen en werkte bovendien nauw samen met Metta de Noo op haar website. Gelukkig is het bewaard gebleven voor het nageslacht, https://web.archive.org/web/20161006180402/http://luciadeb.nl/, hoewel de oorspronkelijke URL is overgenomen door een internetcasino dat zichzelf brutaal “Lucia de Berk Casino” noemt. (Daar zit wat poëtische gerechtigheid in: ik zou de Nederlandse Justitie zeker vergelijken met een loterij). Hoe dan ook, in die jaren was ik aan de ontvangende kant van e-mails die naar de webmaster werden gestuurd, en zag ik berichten in de sectie “opmerkingen”. Het is niet verrassend dat we reacties kregen, niet alleen ter ondersteuning van onze strijd voor een nieuw proces voor Lucia, maar ook van verschillende personen die erop wezen hoe zulke soortgelijke verschrikkelijke dingen met hen waren gebeurd. Een van die personen was José Booij, een ander was Kevin Sweeney, https://en.wikipedia.org/wiki/Kevin_Sweeney_case. Het was moeilijk te achterhalen wat er werkelijk met José was gebeurd; het duurde lang voordat ze zelfs haar naam bekendmaakte. Het is me uiteindelijk gelukt, en eind 2010 ben ik haar gaan opzoeken in haar appartement in Den Haag. Vlak voor de kerst ben ik voor de tweede keer op bezoek geweest: ze wilde namelijk dat ik vele spullen zou meenemen en bewaren “voor haar dochter later” omdat ze, zei ze, op het punt stond haar flat te verlaten. Ik had haast en zei dat tegen haar. Mijn familie wachtte op me elders in Den Haag. Ik laadde snel twee enorme dozen met spullen in mijn gehuurde stationwagen, en ging terug naar haar flat voor de rest. Ze praatte lang over elk boek dat ze voor Julia Lynn uitkoos (erg mooie boeken trouwens), en ik werd ongeduldig, zei iets ongelukkigs, en ze raakte overstuur en gooide me eruit. Ik ging terug na Kerstmis, maar het vogeltje was het nest ontvlucht. Ze was verdwenen.

José geniet van een bezoek aan een voormalige vriend, Patrick

Later bleek dat ze naar verschillende landen was gereisd, in Portugal was beland en overal probeerde mensen te vinden die voor haar zouden vechten om haar baby terug te krijgen. Een half jaar later kreeg ik uit het niets dat rare telefoontje van Delta, een gesloten psychiatrische afdeling die voornamelijk bewoond werd door junkies. Delta maakt tegenwoordig deel uit van een organisatie genaamd “Antes”. Het kliniek in kwestie was niet ver van een dorp genaamd, vreemd genoeg, Portugaal; ten zuiden van Rotterdam en dicht bij de “Oude Maas”, https://www.anteszorg.nl/contact/locaties/-/terrein-poortugaal.

De psychiaters aldaar hadden haar verhaal niet geloofd dat haar baby was gestolen door de Nederlandse staat en dat ze een brief aan de Koningin had geschreven en de Koningin had beloofd haar te helpen. Typisch psychotisch gebrabbel, denk ik (maar ik ben geen psychiater). Afgezien van haar vreemde terminologie was het helemaal waar. Ik mocht haar bezoeken en praten met de arts die de leiding had over haar behandeling. Ik heb een klein netwerk van vrienden opgezet die voor haar mede konden zorgen in Den Haag en omgeving. Ik werd getroffen door de enorme overeenkomsten tussen de zeer uiteenlopende zaken van José Booij, Kevin Sweeney en Lucia de Berk (“JKL”). In elk geval was dit een persoon die een traumatische jeugd had gehad, die moeilijkheden had overwonnen en dankzij hard werken en natuurlijke gaven echt iets van hun leven maakte. Maar ze vielen allemaal op in een menigte, en ze gedroegen zich niet helemaal zoals ‘normale’ mensen. Ze hadden ook pech – er gebeurden nare dingen als ze in de buurt waren en ze werden gezien als de oorzaak. Lucia had uiteindelijk ook wat geluk, en dat leidde tot haar vrijstelling. Maar het heeft lang geduurd en heel veel inspanning gekost van vele mensen.

Ik ben erin geslaagd dat Delta aan José toestemming gaf om te vertrekken, nadat we een woning hadden geregeld, genoeg geld om te overleven en nieuwe afspraken met advocaten en met nieuwe psychiaters. Na een tijdje ging José dus in een nieuw appartement in Den Haag wonen en leefde van haar arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ik heb haar zover gekregen om het Psychotrauma Diagnose Centrum te bezoeken, toen gevestigd op de Universiteitscampus van Utrecht, en nu onderdeel van een landelijk netwerk, zie https://www.pdcentrum.nl/home. Dit resulteerde in een zeer duidelijk, gedetailleerd en coherent rapport waarin ernstige PTSD werd geïdentificeerd en een geschikte behandeling werd aanbevolen. Een heel andere behandeling dan wat ze bij Delta had gekregen. Ondertussen ontving ik de post van José terwijl ik een jaar verbleef op het Netherlands Institute for Advanced Studies in Wassenaar (NIAS), niet ver van Den Haag. Mijn project bij NIAS was om een ​​boek te schrijven rondom JKL. José wilde niet dat haar echte adres bekend was bij de autoriteiten: daarom had ik Delta mijn adres bij NIAS gegeven en had ik José een eigen reserve bankrekening geleend. José wist dat verschillende instanties en personen nog steeds geld van haar wilden hebben, en weigerde botweg haar eigen bankrekening te openen, omdat ze beweerde dat haar geld dan onmiddellijk in beslag zou worden genomen door “de overheid”.

Helaas betekende dit dat ik de brieven te zien kreeg die ze van de Nederlandse belastingdienst kreeg, evenals verzoeken om haar oude studiebeurs voor haar studie Medicijnen aan de Rijksuniversiteit Groningen terug te betalen. Elke organisatie ging ervan uit dat ze nog steeds (d.w.z., ook na 2004) haar oude salaris bleef ontvangen. Ik eiste dat we dit zouden regelen. Ik kon haar niet helpen bij het ontduiken van belasting. Ze werd opnieuw woedend en vluchtte rond Kerstmis 2011 het land uit.

Ik was nu een slecht mens, net als alle andere personen van wie ze eerder had gehoopt dat ze haar zouden helpen haar baby terug te krijgen. Voor mij was het bovendien heel gênant dat ik geld van haar op een bankrekening van mij had staan. Af en toe waren er tekenen dat ze nog leefde (maar geen goede tekenen), namelijk problemen veroorzaakte, en op verschillende verre plaatsen: Lissabon, opnieuw; later, kort, in Freiburg in Duitsland, dicht bij Basel. Later nog in Engeland, opgesloten in Medway Maritime Hospital in Kent. Elke keer slaagden we erin om wat van haar geld bij haar te krijgen. Ik had trouwens meteen tegen de arbeidsongeschiktheidsdienst laten weten dat ze was verhuisd en dat haar locatie nu niet bekend was. Haar maandelijkse toelage kwam niet meer naar mij toe, onmiddellijk. Op dezelfde manier vertelde ik alle verschillende autoriteiten die haar aanmaningen stuurden om oude rekeningen te betalen dat ze niet meer op dat adres was. Hun brieven kwamen nu ook niet meer bij mij binnen.

Zoals iedereen eigenlijk, was José een vat vol tegenstrijdigheden. Haar ervaringen hadden die tegenstrijdigheden uitvergroot. Aan de ene kant was ze intelligent, levenslustig, gezellig; zeer geïnteresseerd in het leven, politiek, sociale ontwikkelingen, de natuur, in het bijzonder planten, vogels. Ze was goed georganiseerd, professioneel, praktisch. Aan de andere kant was ze (en werd ze steeds meer) monomaan. Ze zou haar moeilijke jeugd overwinnen. Haar jeugdtraumas zouden niet haar leven bepalen. Ze had een enorme behoefte om zelf een kind te hebben terwijl ze zichzelf als lesbisch beschouwde en bovendien alleen haar kind wilde opbrengen (of het laatste zo verstandig was, weet ik niet). Maar: ze had immers ook zichzelf helemaal alleen groot gebracht? Ze zocht relaties op dating sites, maar eigenlijk wilde ze geen relatie, eigenlijk wilde ze alleen een oudewetse zaaddonor vinden. Ze heeft dus menig man diep gekwetst door hun het idee te geven dat het om hun ging, terwijl het eigenlijk alleen ging om het biologische resultaat van seksuele gemeenschap. Wat kan haar hebben bezield om te denken dat ze zou overleven als alleenstaande moeder op het Drentsche platteland? Het meest achterlijk gebied van nederland, met een rijke geschiedenis van volledig negeren van centraal gezag. Het wilde Westen, maar dan in het Oosten.

Nadat haar kind was weggehaald stortte haar wereld in. Dapper vocht ze terug, maar steeds hadden de autoriteiten de troefkaarten in handen. “Het belang van het kind”. Alsof de autoriteiten het uitlokten, gooide ze steeds haar eigen ruiten in. Liep boos weg of ging schreeuwen in plaats van gedwee mee te spelen. Keer op keer, kreeg ze steun van een oude of een nieuwe vriend, van een advocaat of van haar oude therapeut Beata Bakker. Beata kwam op het geniale idee dat José en de biologische vader samen zouden doen alsof ze samen het kind wilden opvoeden. Dan moest Jeugdzorg zich toch anders gaan opstellen. José kon echter het toneel niet verdragen. Eigenlijk herkende ze ook haar eigen kind niet meer – die was inmiddels zo veranderd. De foto’s van haar, Peter de Koningh, en een inmiddels een jaar of zo oude Julia Lynn zien er ook vreselijk onecht uit. José kon het toneel niet opvoeren.

Elke keer deed haar huidige “ridder op een wit paard” iets fouts, waardoor ze razend werd, en hem (meestal, maar niet altijd, was het inderdaad een man) verwierp.

Ze is naar de Hoge Raad gegaan. Ze is naar de ombudsman gegaan. Ze is naar de European Court of Justice gegaan. Elke keer werd haar klacht op formele gronden onontvankelijk gevonden. Ze ging naar de Koningin. De Koningin (dus: eigenlijk een lid van het Kabinet van de Koningin) instrueerde Hare Minister van Justitie om de zaak uit te zoeken. De minister probeerde contact met José op te nemen, maar ze was er niet meer. Dat hield dan gauw op. Natuurlijk, ze had ook geschreven dat als haar brief gelezen werd, ze er niet meer zou zijn.

Dit is allemaal heel klassiek. Ik kan ook de psychologische en psychiatrische literatuur over PTSD lezen. José had nodig dat mensen begrepen dat fouten waren gemaakt, en ze had nodig dat die fouten erkend werden. In plaats daarvan werd ze, Kafkaësk, van het ene loket naar het andere gestuurd, waar steeds de ene ambtenaar naar het andere constateerde dat ze bij het verkeerde loket was. De hele tijd werd tijd kostbare tijd verloren, en zorgde ze zelf, door haar eigen snelle psychische aftakeling, dat het niet meer goed kon komen.

Ik vind dat het onrecht die haar gedaan is door de Nederlandse staat erkend moet worden. (Dat was uiteindelijk ook het enige dat ze wilde). Ze is niet de enige slachtoffer van Jeugdzorg en Kinderbescherming. Alle slachtoffers verdienen een monument.

Verder moet haar dochter mogen weten dat José enorm van haar kind hield, fantastisch goed voor haar zorgde, en als een tijgerin gevochten heeft om haar te beschermen. Ik heb laatst een verslag gelezen van Kinderbescherming zelf, over hoe Julia Lynn zich gedroeg in de eerste maanden nadat ze bij pleegouders was geplaatst. Het ging niet goed. Het is schrijnend.

Tenslotte heb ik nog kindertekeningen van José, schoolrapporten, zelfs haar diploma (medisch arts) bij de Rijksuniversiteit Groningen; gegevens over haar biologische ouders; oude familie foto’s. Haar dagboeken en notitieboeken. Alle juridische uitspraken van talloze rechtbanken. Rapporten van psychiatrische evaluaties. Deze zou ik graag willen zien toekomen aan haar dochter. Daar heeft Julia Lynn Booij ook recht op.

Leave a Reply

%d bloggers like this: