De boeman (Algemene Dagblad, 26 januari)

Richard Gill.
Richard Gill. © Rob Voss

Hoogleraar Gill hielp bij vrijpleiten Lucia de B., en maakt nu gehakt van CBS-rapport toeslagenaffaire

Topstatisticus Richard Gill kraakt het onderzoek dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uitvoerde naar uithuisplaatsingen van kinderen van gedupeerden in de toeslagenaffaire. ‘De conclusie dat deze groep ouders niet harder is geraakt dan andere ouders, had het CBS nooit mogen trekken.’

Carla van der Wal 26-01-23, 06:00 Laatste update: 08:10

Het liefste zou emeritus hoogleraar Richard Gill eetbare paddenstoelen plukken in het bos, en tijd doorbrengen met zijn kleinkinderen. Toch bijt de topstatisticus van Nederland, die eerder hielp bij het vrijpleiten van de onterecht veroordeelde Lucia de B, zich nu vast in de toeslagenaffaire. 

Het CBS had nooit aan het onderzoek naar de uithuisplaatsing van kinderen van slachtoffers in de toeslagenaffaire moeten beginnen, zegt Gill. ,,En de conclusie dat deze groep ouders niet harder is geraakt dan andere ouders, had het CBS nooit mogen trekken. Die liet velen denken: alleen de belastingdienst heeft gefaald, maar er is gelukkig niets mis met jeugdzorg. Al die ophef over ‘staatsontvoeringen’ was dus onnodig.’’

Nadat het CBS becijferde hoeveel kinderen van toeslagenouders uit huis werden geplaatst (uiteindelijk bleken het er 2090), leek het of gedupeerden in de affaire vaker hun kinderen kwijtraakten dan soortgelijke ouders die geen slachtoffer waren. Op 1 november vorig jaar werden de resultaten gepresenteerd, die Gill nu hekelt.

Gill is emeritus hoogleraar mathematische statistiek aan de universiteit van Leiden en was in het verleden adviseur bij de afdeling methodologie van het CBS. In de zaak van Lucia de B. liet hij zien dat berekeningen die zouden aantonen dat De B. vaker sterfgevallen in haar diensten had, niet klopten.

Misstanden CBS 

Dat Gill zich nu vastbijt in de toeslagenaffaire heeft een bijzondere reden – maar daarover later meer. Eerst nog over het rapport van het CBS. Gill stelt dat het CBS niet is ingericht op dit type onderzoek en wijst erop dat nadat twee onderzoeksmethodes afvielen slechts één ‘niet ideale, maar enige optie’ overbleef. Ook vindt hij onder meer dat zwaarder getroffen gedupeerden in de toeslagenaffaire centraal zouden moeten staan bij het onderzoek. Hij benadrukt dat relatief licht geraakte gezinnen hoogstwaarschijnlijk met veel minder ingrijpende gevolgen te maken hebben gehad. Het CBS zegt overigens zelf ook dat het graag informatie over de mate van gedupeerdheid gebruikt, maar dat die er niet was.

Het CBS erkent ook sommige punten van kritiek. ,,Een aantal heeft het CBS zelf als kanttekening genoemd bij het rapport. Op een enkel punt lijkt sprake van een misverstand’’, aldus een woordvoerder, die ook zegt dat het CBS nog volledig achter de conclusies staat. Over de gebruikte methodologie gaat het CBS binnenkort met Gill in gesprek, maar het CBS ziet zich in elk geval wél als de juiste partij om het onderzoek uit te voeren. ,,Het CBS heeft als taak om met betrouwbare statistische informatie en data inzicht te geven in maatschappelijke vraagstukken en beschikt over de nodige expertise en technieken. In dit geval was een duidelijke maatschappelijke behoefte aan statistisch inzicht.’’

Gill denkt daar anders over en vindt het belangrijk dat aan te kaarten. Want hij ligt wakker van onrecht. Dat was ook reden om zijn hulp aan te bieden toen er vragen rezen over de veroordeling van Lucia de B., die sinds haar vrijspraak gewoon weer Lucia de Berk genoemd kan worden. In 2003 werd ze veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.

Uithuisplaatsing

Door de vrijspraak in 2010 werd Gill naast een topstatisticus ook een baken van hoop voor mensen die onrecht ervaarden. En nam José Booij, een moeder van een uit huis geplaatst kind, vele jaren geleden contact met hem op.

Ergens in het huis van Gill in Apeldoorn staat nog een doos met papieren van José. Erin zitten dagboeken, krantenknipsels en diploma’s van haar. Ze was een beetje anders dan andere mensen. Een jurist die op vrouwen viel, de Randstad ontvluchtte en neerstreek in Drenthe. Daar werd ze zwanger, kreeg ze een kindje. En had ze een buurvrouw, met wie ze onenigheid had. ,,Die buurvrouw had allerlei meldingen over José gedaan bij de lokale politie, had gezegd dat met het kindje iets vreselijks zou gebeuren.” Na zes weken werd Josés dochtertje uit huis geplaatst.

Staatsontvoering 

,,Wat José indertijd is overkomen, dat noem ik ook een staatsontvoering, net zoals de uithuisplaatsingen onder slachtoffers van de toeslagenaffaire nu worden genoemd.” De vrouw bleef vechten om haar kind terug te krijgen. Maar gaandeweg dreef dat gevecht haar tot waanzin. Ze raakte haar werk kwijt, ze raakte haar huis kwijt. Ze vluchtte naar het buitenland. ,,Ondanks een oordeel van de rechter, dat het kind terug moest naar José, gebeurde dat niet. José is uiteindelijk ontspoord. Inmiddels weet ik dat ze bij meer mensen in Nederland informatie heeft achtergelaten, om te zorgen dat die beschikbaar is voor haar dochter, als die eraan toe is. Maar José heb ik niet meer kunnen vinden. Ik heb gehoord dat ze nog is gezien in het zuiden van Nederland, nadat ze was ontsnapt uit een psychiatrische kliniek in Engeland.”

Tekst gaat verder onder de foto

Gedupeerden in de toeslagenaffaire demonstreren.
Gedupeerden in de toeslagenaffaire demonstreren. © ANP / ANP

En ondertussen bewaart hij dus die doos. En denkt Gill aan José, als hij zich buigt over het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, naar uithuisplaatsingen van kinderen van slachtoffers in de toeslagenaffaire. Gill maakt er gehakt van. ,,Het enige wat het CBS kan zeggen, is dat de uitkomsten suggereren dat de verschillen tussen de twee groepen die zijn vergeleken vrij klein zijn. Er zou veel meer voorzichtigheid moeten zijn, en toch zie je in de samenvatting in vetgedrukte letters stellige samenvattingen, zoals: ‘Gedupeerdheid verhoogt de kans op kinderbeschermingsmaatregelen niet’. Ik vermoed dat het CBS onder druk is gezet om dit onderzoek te doen, of zijn bestaansrecht heeft willen verantwoorden. Wellicht is er sprake van een drang om dienstbaar te zijn.”

Tijd voor rechtvaardigheid

Nu is het tijd om dat recht te zetten, vindt Gill. Er moet onderzoek worden gedaan, om te kijken hoe het echt zit. ,,Ik had eigenlijk gehoopt dat er inmiddels jongere collega’s zouden zijn opgestaan, die dit soort zaken op zouden pakken.” Maar zolang dat niet gebeurt, doet hij het zelf wel. Misschien zit het wel in zijn genen. Het was Gills moeder – hij werd geboren in Engeland – die tijdens de Tweede Wereldoorlog meewerkte aan het kraken van de enigmacode, die door de Duitsers werd gebruikt om te communiceren. Gill verraste het niet, toen hij erachter kwam. Hij had al zo’n vermoeden dat zijn excellente verstand niet alleen een erfenis van zijn vader, maar ook zijn moeder was.

De liefde

Toch was het uiteindelijk zijn vrouw – de liefde zorgde dat hij in Nederland neerstreek – die hem op dit spoor heeft gezet. Zij wees Gill op de zaak van Lucia de Berk en stimuleerde hem ermee aan de slag te gaan. Misschien heeft ze dat wel eens betreurd. Bijvoorbeeld toen Gill tijdens opnames van De wereld draait door dreigde zijn Nederlandse paspoort te verbranden, als de zaak De Berk niet werd herzien. ,,Ze zei: dat kan je toch niet doen?”

Eigenlijk zou hij nu met haar van zijn pensioen willen genieten – hij is inmiddels zes jaar gestopt met zijn betaalde werk. Dan zou hij zijn dagen vullen in het bos, zoekend naar eetbare paddenstoelen. En veel tijd doorbrengen met zijn kleinkinderen. Maar nu helpen zijn berekeningen ook bij het vrijpleiten van andere verpleegkundigen. Vorig jaar werd Daniela Poggiali nog vrijgelaten in Italië, nadat Gill zich samen met een Italiaanse collega met de zaak bemoeide. In Engeland zijn nog zaken die op hem wachten.

En de toeslagenaffaire is er hier in Nederland dus, waar wat Gill betreft diepgravender, gedegen onderzoek naar moet komen, om uit te zoeken wat nu precies de uithuisplaatsingen veroorzaakte. ,,Ik ben daarom terechtgekomen bij Pieter Omtzigt en prinses Laurentien, die zich ook met de toeslagenaffaire bezighouden.” Tussen de mensen die zich diplomatiek uiten, wil hij best de bad cop zijn, de man die de boel opschudt, zoals hij deed toen hij dreigde zijn paspoort in de fik te steken. Maar tegelijkertijd hoopt hij toch vooral ook dat er een jonge statisticus opstaat, die bereid is de fakkel over te nemen.

Het CBS gaf deze site een uitgebreide toelichting, naar aanleiding van de kritiek van Gill. Het erkent de complexiteit van dit soort onderzoek, maar ziet zichzelf wél als aangewezen instantie om dat onderzoek uit te voeren. De afspraak om met Gill te spreken is al ingepland. ,,Het CBS tracht in de rapporten altijd zo duidelijk en transparant mogelijk uit te leggen wat onderzocht is, hoe dat is gedaan en wat de uitkomsten zijn.”

Ook wijst het CBS op nuanceringen in de tekst van het rapport, bijvoorbeeld na de zin boven een stuk tekst: ‘Gedupeerdheid verhoogt de kans op kinderbeschermingsmaatregelingen niet’. ,,Er kan op individueel niveau wél een relatie tussen dupering en jeugdbescherming zijn, dat staat op meerdere plekken in het rapport vermeld.” Ook als er ‘gemiddeld genomen geen bewijs gevonden wordt voor een relatie tussen dupering en jeugdbescherming’, zoals het CBS constateert.

Het CBS staat volledig achter het onderzoek en de conclusies zoals die in het rapport vermeld staan. Wel wordt erop gewezen dat er nog mogelijkheden zijn voor vervolgonderzoek, dat heeft het CBS ook aangegeven.

Nog meer over uitkeringsschandaal en uithuisplaatsingen

Hieronder volgt een poging (20 januari 2023, ‘s ochtends) om het kern van het verhaal op te schrijven in 500 woorden en Jip en Janneke taal. Het lukte niet.

Heeft het CBS de waarheid in pacht?

Velen werden wakker geschud door carabetier Peter Pannekoek’s woorden “1115 staatsontvoeringen”. Maar ze kunnen weer in slaap gesust zijn door het CBS rapport “Jeugdbescherming en de toeslagenaffaire – Kwantitatief onderzoek naar kinderbeschermingsmaatregelen bij kinderen van gedupeerden van de toeslagenaffaire”. Een van de belangrijkste conclusies (samenvatting, eerste bladzijde) luidt

Gedupeerdheid verhoogt de kans op kinderbeschermingsmaatregelen niet“.

Dat is een krachtige uitspraak. Geen enkel relativering, geen “kleine letters”. Geen melding dat het een uitspraak is die alleen gemaakt kan worden onder een hele reeks veronderstellingen. Helaas, een hele reeks veronderstellingen waarvan velen pertinent onwaar zijn.

Mijn antwoord: misschien geen 1115, maar misschien wel: 115

Nu munt het CBS uit in het doen van beschrijvend statistiek, wat ook hun wettelijke opdracht is. Ze dienen neutraal de feiten te ontsluiten en weer te geven die politiek en bestuur en burgers nodig hebben. Waar het CBS minder expertise in huis heeft, omdat het ook beslist niet tot hun taak behoort, is in het ontwarren van oorzaak en gevolg. Dat noemen we tegenwoordig “Causaliteit” en het is een uiterst actueel, belangrijk, subtiel, en complex onderwerp binnen het wetenschappelijk onderzoek; explosief gegroeid sinds Judea Pearls boek “Causality” uit 2000. Kan je causaliteit concluderen door het waarnemen van correlatie of associatie?

Voorbeeld. Lucia de B maakte vreselijk veel incidenten mee in haar diensten. Veel meer dan men zou hebben verwacht en dat leidde ook tot levenslange gevangenisstraf voor seriële moord. Pas later werd duidelijk dat haar aanwezigheid juist de reden was dat medisch onderzoekers bepaalde gebeurtenissen als incidenten karakteriseerden!

Maar kan geen associatie ook op causaliteit duiden? Jawel! Statistieken kunnen misleiden. Een aansprekend visuele representatie van statistieken des te meer. Mijn oog werd getrokken door Figuur 6.1.2 in het CBS rapport waarin we drie vrolijk gekleurde balkjes zijn, die de percentages 1%, 4% en 4% dienen te representeren. Zie je wel! De percentage uithuisplaatsingen bij de gedupeerden is exact wat je zou hebben verwacht, als al die gezinnen helemaal niet gedupeerd waren geweest!

Ik zou zeggen, dat kan geen toeval zijn. Na studie van het onderzoeksprotocol inclusief de vele door de team hanteerde algoritmes, wordt ook duidelijk dat het geen toeval is. Door de onderzoekskeuzes die het onderzoeksteam zich gedwongen voelde te maken is het verschil in uithuisplaatsingskans tussen “vergelijkbare” wel en niet gedupeerden systematisch verkleind. Het verschil is dus groter dan het lijkt (het lijkt nul te zijn, maar dat is het beslist niet). De juiste conclusie van het onderzoek had moeten zijn, ten eerste, dat er zeker tientallen uithuisplaatsingen “extra” plaatsvonden vanwege de affaire en mogelijk honderd (of zelfs een paar honderd). Een tweede conclusie had moeten zijn dat deze gedurfde pilot studie bewezen heeft dat een totaal ander onderzoeksopzet nodig is oude gestelde vraag te beantwoorden. Mogelijk, iets in de trant van het eerder verworpen onderzoeksvoorstel van Prof. Bart Tromp van de Universiteit Groningen. Overigens, is het nooit nodig om alle dossiers van de hele geschiedenis van alle gedupeerden door te pluizen. Door slim een aselecte steekproef in een verstandig gekozen deelpopulatie te nemen, kan men zich beperken tot het goed uitzoeken van relatief weinig gevallen.

Goede “Data Science” is onmogelijk zonder grote expertise te combineren uit drie gebieden tegelijkertijd: 1) algoritmes en computer mogelijkheden; 2) kansrekening en inferientiele statistiek (dwz het kwantificeren van de onzekerheid in de gevonden resultaten); 3) (last but not least!) vakspecifieke kennis van het beoogde toepassingsgebied; in dit geval psychologie, recht, bestuur.

De verantwoording van mijn claims ben ik momenteel aan het uitschrijven in mijn blog, https://gill1109.com/2023/01/18/de-statistiek-van-slachtoffers-van-uitkeringsschandaal/; het moet nog veel worden uitgebreid met nadere onderbouwing, verwijzingen, enzovoorts.

Ik denk aan een statistische simulatie om mijn punt te illustreren. Die twee getallen “4%” hebben foutbalken nodig van ongeveer +/- 1%. Lastig omdat ik rekening moet houden met de correlatie binnen de paren. We kunnen alleen maar raden hoe groot het is. Dus: meerdere simulaties met verschillende gissingen.

Statistics of victims of the Dutch child-benefits scandal

Commentary on the CBS report

Author: prof.dr. (em.) Richard D. Gill

Mathematical Institute, Leiden University

Monday January 16, 2023

Richard Gill is emeritus professor of mathematical statistics at Leiden University. He is a member of the KNAW and former chairman of the Netherlands Statistical Society (VVS-OR)

=========================================

Mr. Pieter Omtzigt has asked me to give my expert opinion on the CBS report that examines whether the number of child care placements of children by Dutch child protection authorities increased because their families had fallen victim to the child benefit scandal in the Netherlands.

The current note is preliminary and I intend to refine it further. My purpose is to stimulate discussion among relevant professionals of the methodology used by the CBS in this particular case. Feedback, please!

The report gives a clear (and short) account of creative statistical analysis of much complexity. The sophisticated nature of the analysis techniques, the urgency of the question, and the need to communicate the results to a general audience probably led to important “fine print” about the reliability of the results being omitted. The authors seem to me to be too confident in their findings.

Numerous choices had to be made by the CBS team to answer the research questions. Many preferable options are excluded due to data availability and confidentiality. Changing one of the many steps in the analysis through changes in criteria or methodology could lead to wildly different answers. The actual finding of two nearly equal percentages (both close to 4%) in the two groups of families is, in my opinion, “too good to be true”. It’s a fluke. Its striking character may have encouraged the authors to formulate their conclusions much more strongly than they are entitled to.

In this regard, I found it significant that the authors note that the datasets are so large that statistical uncertainty is unimportant. But this is simply not true. After constructing an artificial control group, they have two groups of size (in round numbers) 4000, and 4% of cases in each group, i.e. about 160. According to a rule of thumb calculation (Poisson variation), the statistical variation in those two numbers have a standard deviation of about the square root of 160, so about 12.5. That means that one of those numbers (160) could easily happen to have twice the standard deviation, which is about 25. The conclusion that the benefits scandal did not lead to more children being removed from home than without it would have been the case, certainly cannot be drawn . Taking into account the statistical sampling error, it is quite possible that the control group (those not afflicted by the benefits scandal) would have been 50 less. In that case, the study group experienced 50 more than they would have done, had they not been victims of the benefits scandal.

To make the numbers easier still, suppose there was an error of 40 cases too few in the light blue bar standing for 4%. 40 out of 4000 is 1 out of 100, 1%. Change the light blue bar from height 4% to height 3% and they don’t look the same at all!

But this is already without taking into account possible systematic errors. The statistical techniques used are advanced and model-based. This means that they depend on the validity of many particular assumptions about the form and nature of the relationships between the variables included in the analysis (using “logistic regression”). The methodology uses these assumptions for its convenience and power (more assumptions mean stronger conclusions, but threatens “garbage in, garbage out”). Logistic regression is such a popular tool in so many applied fields because the model is so simple: the results are so easy to interpret, the calculation can often be left to the computer without user intervention. But there’s no reason why the model should be exactly true; one can only hope that it is a useful approximation. Whether it is useful depends on the task for which it is used. The current analysis uses logistic regression for purposes for which it was not designed.

The assumptions of the standard model of logistic regression are certainly not exactly met. It is not clear whether the researchers tested for failure of the assumptions (for example, by looking for interaction effects – violation of additivity). The danger is that the failure of the assumptions can lead to systematic bias in the results, bias that affects the synthetic (“matched”) control group. The central assumption in logistic regression is the additivity of effects of various factors on the log-odds scale (“odds” means probability divided by complementary probability; log means logarithm). This could be true to a first rough approximation, but it is certainly not exactly true. “All models are wrong, but some are useful”.

A good practice is to build models by analyzing a first data set and then evaluating the final chosen model on an independently collected second data set. In this study, not one but numerous models were tested. The researchers seem to have chosen from countless possibilities through subjective assessment of plausibility and effectiveness. This is fine in an exploratory analysis. But the findings of such an exploration must be tested against new data (and there is no new data).

The end result was a procedure to choose “nearest neighbour matches” with respect to a number of observed characteristics of the cases examined. Errors in the logistic regression used to choose matched controls can systematically bias the control group.

Further big questions concern the actual selection of cases and controls at the beginning of the analysis. Not all families affected by the benefits scandal had to pay back a huge amount of subsidy. Mixing the hard-hit and the weak-hit dilutes the effect of the scandal, both in magnitude and accuracy, the latter because maller samples lead to relatively less accurate determination of effect size.

Another problem is that the pre-selection control population (families in general from which a child was removed) also contains victims of the benefit scandal (the study population). That brings the two groups closer together, even more so after the familywise one-on-one matching process, which of course selectively finds matches among the subpopulation most likely to be affected by the benefits scandal.

De statistiek van slachtoffers van het uitkeringsschandaal

Auteur: prof.dr. (em.) Richard D. Gill

Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden

maandag 16 januari 2023

Richard Gill is emeritus hoogleraar wiskundige statistiek aan de Universiteit Leiden. Hij is lid van de KNAW en voormalig voorzitter van het Nederlands Statistisch Genootschap (VVS-OR)

===========================================

De heer Pieter Omtzigt heeft mij gevraagd om mijn deskundige mening te geven over het CBS-rapport waarin wordt onderzocht of het aantal uithuisplaatsingen van kinderen door de Nederlandse kinderbescherming is toegenomen doordat hun families het slachtoffer zijn geworden van het kinderbijslagschandaal in Nederland. De huidige nota is voorlopig en ik ben van plan deze verder te verfijnen. Commentaar, kritiek, is welkom.

Het rapport geeft een duidelijk (en kort) verslag van creatieve statistische analyses van enige complexiteit. Het geavanceerde karakter van de analysetechnieken, de urgentie van de vraag en de noodzaak om de resultaten aan een algemeen publiek te communiceren, hebben er waarschijnlijk toe geleid dat belangrijke “kleine lettertjes” over de betrouwbaarheid van de resultaten werden weggelaten. De auteurs lijken mij te veel vertrouwen te hebben in hun bevindingen.

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden moesten er door het CBS-team tal van keuzes worden gemaakt. Veel voorkeursopties zijn uitgesloten vanwege beschikbaarheid van gegevens en vertrouwelijkheid. Het wijzigen van een van de vele stappen in de analyse door wijzigingen in criteria of methodologie kan tot enorm verschillende antwoorden leiden. De daadwerkelijke bevinding van twee bijna gelijke percentages (beide dicht bij de 4%) in de twee groepen gezinnen is naar mijn mening “te mooi om waar te zijn”. Het is een toevalstreffer. Het opvallende karakter ervan heeft de auteurs misschien aangemoedigd om hun conclusies veel sterker te formuleren dan waar ze recht op hebben.

In dit verband vond ik het veelzeggend dat de auteurs opmerken dat de datasets zo groot zijn dat statistische onzekerheid onbelangrijk is. Maar dit is gewoon niet waar. Na constructie van een kunstmatige controlegroep hebben ze twee groepen van omvang (in ronde getallen) 4000, en 4% van de gevallen in elke groep, dat wil zeggen ongeveer 160. Volgens een vuistregelberekening (Poisson-variatie) heeft de statistische variatie in die twee getallen een standaarddeviatie van ongeveer de vierkantswortel van 160, dus ongeveer 12,5. Dat betekent dat elk van die getallen (160) toevallig gemakkelijk twee keer de standaarddeviatie kan hebben, namelijk ongeveer 25.

Rekening houdend met de statistische steekproeffout, is het heel goed mogelijk dat de controlegroep (degenen die niet getroffen zijn door het uitkeringsschandaal) 50 minder zou zijn geweest. In dat geval maakte de onderzoeksgroep er 50 meer mee dan ze zouden hebben gedaan als ze geen slachtoffer waren geweest van het uitkeringsschandaal.

Om de cijfers nog makkelijker te maken, stel dat er een fout was van 40 gevallen te weinig in de lichtblauwe balk, wat staat voor 4%. 40 van de 4000 is 1 van de 100, 1%. Verander de lichtblauwe balk van hoogte 4% naar hoogte 3% en ze zien er helemaal niet hetzelfde uit!

Maar dit is al zonder rekening te houden met mogelijke systematische fouten. De gebruikte statistische technieken zijn geavanceerd en modelmatig. Dit betekent dat ze afhankelijk zijn van de validiteit van tal van bijzondere aannames over vorm en aard van de relaties tussen de variabelen die in de analyse zijn opgenomen (met behulp van “logistische regressie”). De methodologie gebruikt deze aannames vanwege zijn gemak (“convenience”) en kracht (meer aannames betekent sterkere conclusies, maar dan dreigt “garbage in, garbage out”). Logistische regressie is zo’n populair hulpmiddel in zoveel toegepaste gebieden omdat het model zo eenvoudig is: de resultaten zijn zo gemakkelijk te interpreteren, de berekening kan vaak zonder tussenkomst van de gebruiker aan de computer worden overgelaten. Maar er is geen enkele reden waarom het model precies waar zou moeten zijn; men kan alleen maar hopen dat het een bruikbare benadering is. Of het nuttig is, hangt af van de taak waarvoor men het gebruikt. De huidige analyse gebruikt logistische regressie voor doeleinden waarvoor het niet is ontworpen.

Aan de aannames van het standaardmodel wordt zeker niet precies voldaan. Het is niet duidelijk of de onderzoekers hebben getest op het falen van de aannames (bijvoorbeeld door te zoeken naar interactie-effecten – schending van additiviteit). Het gevaar is dat het falen van de aannames kan leiden tot systematische vertekening in de resultaten, vertekening die van invloed is op de synthetische (“gematchte”) controlegroep. De centrale aanname bij logistische regressie is de additiviteit van effecten van verschillende factoren op de schaal van log-odds (“odds” betekent: kans gedeeld door complementaire kans; log betekent logarithme). Dit zou waar kunnen zijn bij een eerste ruwe benadering, maar het is zeker niet exact waar. “Alle modellen zijn verkeerd, maar sommige zijn nuttig”.

Een goede praktijk is om modellen te bouwen door een eerste dataset te analyseren en vervolgens het uiteindelijk gekozen model te evalueren op een onafhankelijk verzamelde tweede dataset. In deze studie werden niet één maar tal van modellen uitgeprobeerd. De onderzoekers lijken te hebben gekozen uit talloze mogelijkheden door subjectieve beoordeling van plausibiliteit en effectiviteit. Dit is prima in een verkennende analyse. Maar de bevindingen van zo’n verkenning moeten worden getoetst aan nieuwe gegevens (en er zijn geen nieuwe gegevens).

Het resultaat was een procedure om “naaste buur overeenkomsten” te kiezen met betrekking tot een aantal waargenomen kenmerken van de onderzochte gevallen. Fouten in de logistische regressie die wordt gebruikt om overeenkomende controles te kiezen, kunnen de controlegroep systematisch vertekenen.

Verdere vragen gaan over de daadwerkelijke selectie van cases en controles aan het begin van de analyse. Niet alle door het uitkeringsschandaal getroffen gezinnen moesten een enorm bedrag aan subsidie terugbetalen. Door de hard getroffen en de zwak getroffen te mengen, wordt het effect van het schandaal afgezwakt, zowel in grote als in nauwkeurigheid.

Een ander probleem is dat de pre-selectie controlepopulatie (gezinnen in het algemeen waarvan een kind werd weggehaald) ook slachtoffers bevat van het uitkeringsschandaal (de studiepopulatie). Dat brengt de twee groepen dichter bij elkaar, en dat nog meer na het matchingsproces, dat uiteraard selectief matches vindt onder de subpopulatie die het meest waarschijnlijk door het uitkeringsschandaal is getroffen.

Het interview

Interview in “Stentor”, gepubliceerd vorige Zaterdag

Richard Gill heeft met het weerleggen van statistisch bewijs al twee medische seriemoordenaars vrij gekregen, onder wie Lucia de Berk. © Rob Voss

Deze Apeldoornse wetenschapper redt onschuldige zusters uit de gevangenis: De mens wil helaas niet in toeval geloven

Wetenschapper Richard Gill uit Apeldoorn zorgde er mede voor dat Lucia de Berk werd vrijgesproken. Datzelfde kreeg hij voor elkaar bij een vergelijkbare zaak in Italië en nu gaat hij voor de hattrick in Engeland. Wat drijft hem? 

Anne Boer 28-05-22, 08:00

Pure wetenschappelijke nieuwsgierigheid, dat is wat hem drijft, zegt de internationaal vermaarde wiskundige Richard Gill uit Apeldoorn. Als expert op het terrein van statistieken werkte Gill (70) voor het Openbaar Ministerie en het Internationaal Strafhof. Bijna zes jaar is hij gepensioneerd en staat hij te boek als emeritus professor in de statistiek aan de Universiteit Leiden.

Met zijn kennis over het gebruik van statistieken heeft hij vanuit zijn werkkamer de onschuld kunnen aantonen van twee verpleegkundigen die waren veroordeeld voor seriemoorden: de Nederlandse Lucia de Berk en de Italiaanse Daniela Poggiali. Nu zet hij zich in voor de vrijlating van verpleegkundige Ben Geen uit Engeland.

Klinkklare onzin

Alle drie zouden tijdens hun werk patiënten hebben gedood. Lucia de Berk werd zelfs veroordeeld voor zeven moorden. De bewijslast was vooral gebaseerd op statistieken. Als Lucia werkte, zouden er meer patiënten overlijden dan tijdens de diensten van haar collega’s. Het bleek klinkklare onzin, zoals Gill het fijntjes verwoordt. ,,Kwestie van roddel en achterklap, zoeken naar een zondebok om de reputatie van het ziekenhuis te redden en aannames, terwijl er helemaal geen moord is gepleegd.’’

Quote

De mens wil helaas niet in toeval geloven, we willen een oorzaak hebben. Daarom geloven we ook in duivels en goden

Statistisch bewijs speelt een grote rol in onderzoek, ook naar seriemoordenaars in de medische wereld. ,,Maar dan moet je de cijfers wel goed interpreteren’’, vindt Gill. ,,Als er ogenschijnlijk veel mensen overlijden in een ziekenhuis, moet je eerst goed kijken naar de oorzaak. Zijn er misschien meer patiënten dan anders? Zijn ze zieker dan in andere perioden? Is de methode van registreren aangepast? Zijn er wijzigingen in de staf? Als je meteen kijkt welke verpleegkundige aanwezig was, sla je bovendien de belangrijkste vragen over: is er sprake van moord of is het medisch falen of zelfs natuurlijk overlijden?’’

Dat raakt volgens Gill meteen aan een ander pijnlijk punt. ,,Een ziekenhuis is een plek waar mensen doodgaan, maar vaak is de doodsoorzaak niet duidelijk. Dat kan leiden tot clusters van verdachte overlijdens. Je moet wel weten welke doden je telt, anders zoekt de politie bewijs voor beweringen.’’

Gepassioneerd

Volgens Gill moet je altijd in gedachten houden dat er een goede, onschuldige reden kan zijn voor een gebeurtenis. ,,Kijk vooral hoe vaak iemand werkt. Fulltime verpleegkundigen maken meer doden mee dan parttimers. Als iemand fulltime werkt en ook nog gepassioneerd bezig is met haar of zijn vak, is de kans nog groter dat die persoon aanwezig is als iemand overlijdt, dan iemand die een paar dagen per week werkt of strikt de uren werkt die in het rooster staan.”

Wetenschapper Richard Gill. © Rob Voss

Nooit mag je volgens hem een rare samenloop van omstandigheden uitsluiten. ,,Die gebeuren, ook zonder moord. Beroemd is het voorbeeld van een Amerikaans stel dat op één dag in twee verschillende loterijen de hoofdprijs won. Hoe groot is de kans dat zoiets gebeurt? Het gebeurde toch echt. De mens wil helaas niet in toeval geloven, we willen een oorzaak hebben en zoeken een zondebok. Daarom geloven we ook in duivels en goden.’’

Liefde

Richard Gill is geboren in Engeland. Zijn vader was ook wetenschapper. De liefde brengt hem in 1974 op 23-jarige leeftijd naar Nederland. Hij is zes jaar eerder op vakantie als een blok gevallen voor een dochter van een Nederlandse vriend van zijn vader. Beide vaders werken voor Wavin uit Hardenberg. Na wat omzwervingen belandt Gill begin jaren 80 in Apeldoorn, om er nooit meer weg te gaan. Hij woont in een oud herenhuis, in een zee van weelderig groen. Dit was het ouderlijk huis van zijn vrouw. Om financieel het hoofd boven water te houden, werkt hij extra hard om snel carrière te kunnen maken.

De medische wereld komt al vroeg op zijn pad. Na een studie wiskunde in Cambridge promoveert hij op onderzoek naar de vraag hoelang kankerpatiënten bij bepaalde behandeling overleven. Zijn rekenmethode blijkt een uitkomst en wordt inmiddels ook op andere terreinen toegepast. ,,Het kwam toevallig op mijn bord. Ik had geen onderwerp en mijn promotor haalde dit onderwerp uit zijn la. Het heeft veel impact gehad en de methode wordt nog massaal gebruikt.’’

Heksenjacht

Zijn vrouw, die historicus is, wijst hem al in een vroeg stadium op de zaak Lucia de Berk, die later veroordeeld zou worden voor zeven moorden in een ziekenhuis. ,,Zij sprak van een heksenjacht en wilde dat ik ernaar keek, zeker toen het ook een heksenproces werd, zoals ze dat noemde. Ze wees me erop dat statistiek als bewijs werd gebruikt en ik er dus wel iets van zou moeten vinden. Ik wilde niet. Er waren al ervaren statistici bij betrokken, ook mensen die ik kende.’’

Lucia de Berk reageert blij na haar vrijspraak © anp

Toen er in 2006 een boek over deze zaak verscheen, ging Gill overstag. ,,Ik werd door een collega op het boek gewezen. Ik wist werkelijk niet wat ik las, was er echt ondersteboven van. Voor mij was zonneklaar dat het vonnis niet deugde en de rechters de cijfers verkeerd hadden geïnterpreteerd.’’ 

De rest is geschiedenis. Gill hielp aantonen dat de cijfers de beschuldiging niet konden onderbouwen en Lucia werd na 6,5 jaar onterechte celstraf in 2010 volledig vrijgesproken.

Poggiali

Als hij in 2014 over een gelijksoortige situatie in Italië leest, besluit hij direct weer in actie te komen. Dit keer wordt een verpleegkundige (Daniela Poggiali) verdacht van zestig moorden. Gill belt zijn collega Julia Mortera van de Roma Tre-universiteit en samen bieden ze hun hulp aan. Met succes, ook deze verpleegkundige is na een eerdere veroordeling tot levenslange gevangenisstraf sinds oktober op vrije voeten.

Statistiek is de wetenschap en de techniek van het verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens. Statistische methoden worden gebruikt om grote hoeveelheden gegevens – bijvoorbeeld over het koopgedrag van mensen, de huizenmarkt of het aantal doden in de zorg – om te zetten in bruikbare informatie.

,,De statistiek in deze zaak was totaal amateuristisch, het deugde niet. De aanklagers beweerden dat er meer sterfgevallen waren als Daniela werkte. Tot het moment dat ze werd gearresteerd: toen daalde het plotseling. Wij ontdekten dat het sterftecijfer bij alle personeelsleden hoog was. Daniela was vaak al voor het begin van haar ingeroosterde dienst aanwezig en bleef vaak ook nog helpen nadat haar dienst voorbij was. Daardoor was ze vaker aanwezig als een patiënt stierf. Dat het aantal doden daalde nadat Daniela werd gearresteerd, is simpel te verklaren. Het nieuws over de ‘moordzuster’ was breed uitgemeten in de media. Als gevolg daarvan trok het ziekenhuis minder patiënten. Minder patiënten betekent ook minder sterfgevallen.’’

Lastige kluif

Gill doet nu onderzoek naar de zware beschuldigingen tegen de Engelse verpleegkundige Ben Geen. Dat gebeurt op verzoek van zijn advocaat. Het is vooralsnog een heel lastige kluif, vooral omdat het rechtssysteem in Engeland anders in elkaar zit. Opnieuw is Gill ervan overtuigd dat de verdachte geen moorden heeft gepleegd en dat het recht moet zegevieren.

Uit deze zaken heeft hij belangrijke lessen getrokken die hij wil overbrengen aan iedereen die wereldwijd betrokken is bij de rechtspraak, van advocaten tot rechters en van officieren van justitie tot juryleden. Samen met andere experts schrijft hij een handleiding hoe statistiek in de rechtbank kan worden gebruikt, met name bij strafprocessen tegen zogeheten seriemoordenaars in de gezondheidszorg. Dat gebeurt onder supervisie van het gezaghebbende instituut Royal Statistical Society. Het boek moet later dit jaar verschijnen.

Quote

Je kunt aannemen dat een hond vier poten heeft, maar niet dat alles met vier poten een hond is. Als op die manier naar Lucia was gekeken, was ze nooit veroordeeld

Richard Gill

De boodschap die hij heeft, is in hoofdlijnen simpel: gebruik statistische gegevens pas als je je ervan hebt verzekerd dat ze kloppen en gebruik ze goed. ,,Benoem alle factoren. Trek niet te snel conclusies. Vraag onafhankelijke experts om hulp. Onderzoek alle mogelijkheden.’’ Volgens Gill is niet alleen expertise van professionals nodig, maar ook dat rechters en advocaten worden geschoold in een goede interpretatie van statistieken.

Vier poten

Hij geeft een simpel voorbeeld. ,,Je kunt aannemen dat een hond vier poten heeft, maar niet dat alles met vier poten een hond is. Je mag aannemen dat iemand uit Peru Spaans spreekt, maar niet iedereen die Spaans spreekt komt uit Peru. Als op die manier naar Lucia was gekeken, was ze nooit veroordeeld.’’

Kenmerkend vindt Gill dat de verdachten die hij hielp, allemaal opvallende mensen zijn. Ze werkten hard, hadden een duidelijke mening, stootten daardoor waarschijnlijk ook leidinggevenden voor het hoofd en eindigden uiteindelijk als zondebok. ,,Het heeft me echt getroffen hoeveel ze gemeen hebben. Ben Geen wilde legerarts worden en was enorm gedreven in zijn werk. Hij zag zijn werk als meer dan een baan en deed veel extra als het kon. Hij botste ook met managers omdat het ziekenhuis voortdurend tegen grenzen aanliep.’’

Strafhof

Als expert op het terrein van statistieken werkte Gill ook voor het Openbaar Ministerie (moordzaak Tamara Wolvers) en het Internationaal Strafhof (moordaanslag president Libanon). Inmiddels is hij al bijna zes jaar gepensioneerd, maar tijd om zich te vervelen, heeft hij niet. Er ligt nog voor jaren werk op zijn bordje. Puzzels die hij graag helpt oplossen. 

Daarnaast zijn er veel onderwerpen waar hij graag in zou willen duiken, zoals de geruchtmakende Deventer moordzaak, die hem al jaren mateloos intrigeert. ,,Ik houd het nog steeds voor mogelijk dat de veroordeelde Ernest Louwes onschuldig is. Met name de dna-sporen op de blouse van de vermoorde weduwe vind ik interessant. Dna is ook statistisch bewijs en statistiek vertelt ons hoe je met onzekerheden moet omgaan. Er zijn inmiddels nieuwe moleculairbiologische methoden om veel meer uit een spoor te halen.’’

Omtzigt

Gill helpt Kamerlid Pieter Omtzigt met het analyseren van data over uithuisplaatsingen als gevolg van het toeslagenschandaal. ,,We maken een tijdlijn om oorzaak en gevolg in beeld te krijgen. Ik heb dus eigenlijk helemaal geen tijd meer om nog meer verpleegkundigen achter de tralies vandaan te halen’’, zegt hij met een glimlach.

Kamerlid Pieter Omtzigt. © ANP

Als er toch weer een zaak van een vermeende moordzuster op zijn pad komt, zal hij waarschijnlijk moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen. Hij geniet van het puzzelen en wil voorkomen dat het leven saai wordt. De tekst op de achterkant van zijn trui spreekt wat dat betreft misschien wel boekdelen: ‘Keep calm, en deze opa lost het wel op’. Want ja. Gill, vader van drie kinderen, is opa en zijn vijf kleinkinderen logeren graag bij hem en zijn vrouw in Apeldoorn.

Julia-Lynn

Een van de vele puzzels die hem al jaren bezighoudt en soms zelfs uit zijn slaap haalt, moet hij van zichzelf oplossen: de zaak José Booij, die achttien jaar geleden werd geconfronteerd met de uithuisplaatsing van haar zes weken oude baby Julia-Lynn. 

,,Een onvoorstelbaar en afschuwelijk verhaal. Zij is vermalen door het systeem en daar compleet aan onderdoor gegaan. Ik ben het contact met José verloren, maar nog steeds in het bezit van een doos met persoonlijke spullen van haar, zoals kindertekeningen, diploma’s, dagboeken en krantenknipsels over haar strijd voor haar kind tot de hoogste rechtsorganen in Nederland en Europa aan toe. Wellicht leeft Julia-Lynn nu onder een andere naam en wellicht weet ze haar geboortenaam niet eens. Ik wil dat ze weet wie haar moeder is. Dat die nooit heeft opgegeven. Daar heeft ze recht op. Ik hoop haar ooit te vinden en de spullen van haar moeder te kunnen geven. En weet je, ook deze vrouw is een bijzonder mens, anders dan anderen.’

Interview

Published in “The Stentor” last Saturday, auto-translated from the original Dutch by Google Translate. This is the raw version. Corrections still to be made!

Richard Gill has already released two medical serial killers, including Lucia de Berk, by refuting statistical evidence. © Rob Voss

This Apeldoorn scientist saves innocent sisters from prison: Unfortunately, people do not want to believe in coincidence

Scientist Richard Gill from Apeldoorn helped ensure that Lucia de Berk was acquitted. He achieved the same in a similar case in Italy and now he is going for the hat trick in England. What drives him? 

Anne Boer 28-05-22, 08:00

Pure scientific curiosity is what drives him, says the internationally renowned mathematician Richard Gill from Apeldoorn. As an expert in statistics, Gill (70) worked for the Public Prosecution Service and the International Criminal Court. He has been retired for almost six years and is known as emeritus professor of statistics at Leiden University.

With his knowledge of the use of statistics, he was able to prove the innocence of two nurses who were convicted of serial murders from his office: the Dutch Lucia de Berk and the Italian Daniela Poggiali. Now he is campaigning for the release of nurse Ben Geen from England.

Sheer nonsense

All three are said to have killed patients on the job . Lucia de Berk was even convicted of seven murders. The burden of proof was mainly based on statistics. If Lucia worked, more patients would die than during her colleagues ‘ shifts. It turned out to be sheer nonsense, as Gill puts it delicately. “A matter of gossip and backbiting, looking for a scapegoat to save the hospital’s reputation and assumptions when no murder was committed at all. †

Quote

Unfortunately, people do not want to believe in coincidence, we want to have a cause. That’s why we also believe in devils and gods

Statistical evidence plays a major role in research, including serial killers in the medical world. ,,But then you have to interpret the figures properly ” , says Gill. “If apparently many people die in a hospital, you first have to look closely at the cause. Are there perhaps more patients than usual ? Are they sicker than in other periods? Has the registration method been adjusted? Are there changes in the staff? If you immediately look at which nurse was present, you also skip the most important questions: is it murder or is it medical failure or even natural death? †

According to Gill, that immediately touches on another sore point. “A hospital is a place where people die, but often the cause of death is not clear. This can lead to clusters of suspicious deaths. You have to know which deaths you count, otherwise the police will look for evidence for claims. †

Passionate

According to Gill, you should always keep in mind that there can be a good, innocent reason for an event. “Look at how often someone works. Full-time nurses experience more deaths than part-time nurses. If someone works full-time and is passionate about their craft, they’re even more likely to be there when someone dies than someone who works a few days a week or works strictly within the schedule. †

Scientist Richard Gill. © Rob Voss

According to him, you should never rule out a strange combination of circumstances. “They happen, even without murder. A famous example is an American couple who won the top prize in two different lotteries in one day . What are the chances of something like this happening? It really happened. Unfortunately, people do not want to believe in coincidence, we want to have a cause and look for a scapegoat. That is why we also believe in devils and gods. †

Love

Richard Gill was born in England. His father was also a scientist. Love brought him to the Netherlands in 1974 at the age of 23. Six years earlier, on holiday, he had fallen head over heels for a daughter of a Dutch friend of his father’s. Both fathers work for Wavin from Hardenberg. After some wanderings, Gill ends up in Apeldoorn in the early 1980s, never to leave. He lives in an old mansion, in a sea of lush greenery. This was his wife’s childhood home. To keep his head above water financially, he works extra hard to make a quick career .

The medical world crosses his path early on. After studying mathematics at Cambridge, he obtained his doctorate for research into the question of how long cancer patients survive with a particular treatment. His calculation method turned out to be a godsend and is now also being applied in other areas. “It just happened to be on my plate. I didn’t have a topic and my promoter took this topic out of his drawer. It has had a lot of impact and the method is still widely used. †

witch hunt

His wife, who is a historian, points him at an early stage to the case of Lucia de Berk, who would later be convicted of seven murders in a hospital. “She spoke of a witch hunt and wanted me to watch it, especially when it became a witch trial, as she called it. She pointed out to me that statistics were used as evidence and so I should have something to say about it. I did not want to. Experienced statisticians were already involved, including people I knew. †

Lucia de Berk reacts happy after her acquittal © anp

When a book about this case was published in 2006, Gill took the plunge. “I was referred to the book by a colleague. I really didn’t know what I was reading, I was really blown away by it. It was crystal clear to me that the verdict was wrong and that the judges had misinterpreted the figures . †

The rest is history. Gill helped show that the figures failed to substantiate the accusation and Lucia was fully acquitted in 2010 after 6.5 years of wrongful imprisonment.

poggiali

reads about a similar situation in Italy in 2014 , he immediately decides to jump back into action. This time, a nurse (Daniela Poggiali) is suspected of sixty murders. Gill calls his colleague Julia Mortera from Roma Tre University and together they offer their help. With success, this nurse has also been free since October after a previous sentence to life imprisonment.

Statistics is the science and technology of collecting, processing, interpreting and presenting data. Statistical methods are used to convert large amounts of data – for example about people’s purchasing behaviour, the housing market or the number of deaths in care – into useful information .

,,The statistics in this case were completely amateurish, it was not good. Prosecutors claimed there were more deaths when Daniela worked. Until she was arrested: then it suddenly dropped. We found that the death rate for all staff was high. Daniela was often present before the start of her scheduled shift and often continued to help after her shift was over. As a result, she was more often present when a patient died . It is easy to explain that the number of deaths decreased after Daniela was arrested. The news about the ‘ murder sister ‘ was widely covered in the media. As a result, the hospital attracted fewer patients . Fewer patients also means fewer deaths. †

Difficult bone

Gill is now investigating the serious allegations against English nurse Ben Geen. This is done at the request of his lawyer. It is still a very difficult task, especially because the legal system in England is different. Once again, Gill is convinced that the suspect committed no murders and that justice must prevail.

He has learned important lessons from these cases that he wants to pass on to everyone involved in the justice system worldwide, from lawyers to judges and from prosecutors to jurors. Together with other experts, he is writing a manual on how to use statistics in court, especially in criminal proceedings against so-called serial killers in healthcare. This is done under the supervision of the authoritative Royal Statistical Society. The book is due out later this year.

Quote

You can assume that a dog has four legs, but not everything with four legs is a dog. If Lucia had been looked at that way, she would never have been judged

Richard Gill

The message he has is basically simple: do not use statistical data until you have ensured that they are correct and use them well. “Name all the factors. Don’t jump to conclusions too quickly. Ask independent experts for help. Explore all possibilities. ” According to Gill, not only expertise from professionals is needed, but also that judges and lawyers are trained in a good interpretation of statistics.

Four legs

He gives a simple example. “You can assume that a dog has four legs, but not that everything with four legs is a dog. You can assume that someone from Peru speaks Spanish, but not everyone who speaks Spanish is from Peru. If Lucia had been looked at that way, she would never have been convicted. †

Typically, Gill finds that the suspects he helped are all striking people. They worked hard, had strong opinions, probably offended executives as a result, and ended up as scapegoats. “It really struck me how much they have in common. Ben Geen wanted to be an army doctor and was very passionate about his work. He saw his work as more than a job and did a lot extra when he could. He also clashed with managers because the hospital was constantly running into limits. †

criminal court

As an expert in statistics, Gill also worked for the Public Prosecution Service (Tamara Wolvers murder case) and the International Criminal Court (Lebanon Presidential assassination attempt). He has now been retired for almost six years, but he has no time to get bored. There is still work on his plate for years to come. Puzzles he likes to help solve. 

In addition, there are many subjects that he would like to delve into, such as the controversial Deventer murder case, which has intrigued him immensely for years. “I still think it possible that the convicted Ernest Louwes is innocent. I find the DNA traces on the murdered widow’s blouse particularly interesting. DNA is also statistical evidence and statistics tells us how to deal with uncertainties. There are now new molecular biological methods to get much more out of a track. †

omtzigt

Gill helps MP Pieter Omtzigt with analyzing data about custodial placements as a result of the benefits scandal. ,,We make a timeline to get a picture of cause and effect. So I don’t really have time to get any more nurses out of prison , ” he says with a smile.

Member of Parliament Pieter Omtzigt. © ANP

If a case of an alleged murder sister comes his way, he will probably have a hard time saying ‘ no ‘ . He enjoys puzzling and wants to prevent life from getting boring. The text on the back of his sweater might speak volumes in that regard: ‘ Keep calm, and this grandpa will solve it ‘ . Because yes. Gill, a father of three, is a grandfather and his five grandchildren like to stay with him and his wife in Apeldoorn.

Julia-Lynn

He has to solve one of the many puzzles that has occupied him for years and sometimes even wakes him up: the case of Jos é Booij, who was confronted eighteen years ago with the custodial placement of her six-week-old baby Julia-Lynn.

“An unbelievable and horrifying story. She was crushed by the system and completely destroyed by it. I have lost contact with José , but I still have a box with her personal items, such as children’s drawings, diplomas , diaries and newspaper clippings about her fight for her child up to the highest courts in the Netherlands and Europe. . Julia-Lynn may be living under a different name now and may not even know her birth name. I want her to know who her mother is. That he never gave up. She is entitled to that. I hope one day to find her and give her mother’s things. And you know, this woman is also a special person, different from others. †

José, Kevin, Lucia (JKL)

More than ten years ago I started writing a book on Dutch miscarriages of justice in which I had been involved. I wanted to explore the personality issues in three such cases. In each case, it seemed to me that aspects of the character of the main protagonist led to them being something of a scapegoat of a system under great stress. Some trigger events caused a bad situation to become an utter disaster. Authorities made mistakes and could not admit them, so errors were compounded, and there was no going back, no way to change path any more.

In recent posts, I have told a lot of the story of José Booij. It’s time to start writing about Lucia de Berk and Kevin Sweeney.

Concerning Lucia de Berk there already is an enormous literature. The case started in 2001, seemed to be closed with Lucia in jail for life by 2006 (conviction by the lower court at the first trial in 2003, appeal to higher court failed in 2004, cassation – appeal to the supreme court – failed in 2006) but at that time also a strong movement burst into the public view, calling for a judicial review and a retrial. Lucia was fully exonerated in 2010. The role of statistics in the case is well known though controversial since at the 2004 appeal, she was convicted “on the grounds of incontrovertible medical scientific evidence only”. A “statistical probability calculation” (such as the infamous calculation leading to the spectacular 1 in 342 million) played no part at all in the court’s conclusion, according to her judges.

Yet many things have still not been said in public about the case, except perhaps in literary form. In my future book, I want to say things I have said many times before in ephemeral blog posts, and other removed or hidden web pages.

Concerning Kevin Sweeney, not much has been written at all. He sat out his sentence for the murder of his wife and keeps a low profile.

Waarom maakt een statisticus zich zorgen over José Booij?

In mijn recente blogposts https://gill1109.com/2022/01/17/nederlandse-familierechtspraak-de-tragische-zaak-van-jose-booij/ en https://gill1109.com/2022/01/13/ dutch-family-justice-the-tragic-case-of-jose-booij/ heb ik een glimp gegeven van de beproevingen van José Booij. In dit bericht wil ik uitleggen hoe ik erbij betrokken ben geraakt.

Op 14 april 2010 heeft het gerechtshof in Arnhem Lucia de Berk vrijgesproken van alle aanklachten tegen haar. Ik werkte al sinds het boek van Ton Derksen in 2006 uitkwam aan de zaak, bestudeerde de statistieken, sprak met experts en journalisten, hielp het publiek om van gedachten te veranderen en werkte bovendien nauw samen met Metta de Noo op haar website. Gelukkig is het bewaard gebleven voor het nageslacht, https://web.archive.org/web/20161006180402/http://luciadeb.nl/, hoewel de oorspronkelijke URL is overgenomen door een internetcasino dat zichzelf brutaal “Lucia de Berk Casino” noemt. (Daar zit wat poëtische gerechtigheid in: ik zou de Nederlandse Justitie zeker vergelijken met een loterij). Hoe dan ook, in die jaren was ik aan de ontvangende kant van e-mails die naar de webmaster werden gestuurd, en zag ik berichten in de sectie “opmerkingen”. Het is niet verrassend dat we reacties kregen, niet alleen ter ondersteuning van onze strijd voor een nieuw proces voor Lucia, maar ook van verschillende personen die erop wezen hoe zulke soortgelijke verschrikkelijke dingen met hen waren gebeurd. Een van die personen was José Booij, een ander was Kevin Sweeney, https://en.wikipedia.org/wiki/Kevin_Sweeney_case. Het was moeilijk te achterhalen wat er werkelijk met José was gebeurd; het duurde lang voordat ze zelfs haar naam bekendmaakte. Het is me uiteindelijk gelukt, en eind 2010 ben ik haar gaan opzoeken in haar appartement in Den Haag. Vlak voor de kerst ben ik voor de tweede keer op bezoek geweest: ze wilde namelijk dat ik vele spullen zou meenemen en bewaren “voor haar dochter later” omdat ze, zei ze, op het punt stond haar flat te verlaten. Ik had haast en zei dat tegen haar. Mijn familie wachtte op me elders in Den Haag. Ik laadde snel twee enorme dozen met spullen in mijn gehuurde stationwagen, en ging terug naar haar flat voor de rest. Ze praatte lang over elk boek dat ze voor Julia Lynn uitkoos (erg mooie boeken trouwens), en ik werd ongeduldig, zei iets ongelukkigs, en ze raakte overstuur en gooide me eruit. Ik ging terug na Kerstmis, maar het vogeltje was het nest ontvlucht. Ze was verdwenen.

José geniet van een bezoek aan een voormalige vriend, Patrick

Later bleek dat ze naar verschillende landen was gereisd, in Portugal was beland en overal probeerde mensen te vinden die voor haar zouden vechten om haar baby terug te krijgen. Een half jaar later kreeg ik uit het niets dat rare telefoontje van Delta, een gesloten psychiatrische afdeling die voornamelijk bewoond werd door junkies. Delta maakt tegenwoordig deel uit van een organisatie genaamd “Antes”. Het kliniek in kwestie was niet ver van een dorp genaamd, vreemd genoeg, Portugaal; ten zuiden van Rotterdam en dicht bij de “Oude Maas”, https://www.anteszorg.nl/contact/locaties/-/terrein-poortugaal.

De psychiaters aldaar hadden haar verhaal niet geloofd dat haar baby was gestolen door de Nederlandse staat en dat ze een brief aan de Koningin had geschreven en de Koningin had beloofd haar te helpen. Typisch psychotisch gebrabbel, denk ik (maar ik ben geen psychiater). Afgezien van haar vreemde terminologie was het helemaal waar. Ik mocht haar bezoeken en praten met de arts die de leiding had over haar behandeling. Ik heb een klein netwerk van vrienden opgezet die voor haar mede konden zorgen in Den Haag en omgeving. Ik werd getroffen door de enorme overeenkomsten tussen de zeer uiteenlopende zaken van José Booij, Kevin Sweeney en Lucia de Berk (“JKL”). In elk geval was dit een persoon die een traumatische jeugd had gehad, die moeilijkheden had overwonnen en dankzij hard werken en natuurlijke gaven echt iets van hun leven maakte. Maar ze vielen allemaal op in een menigte, en ze gedroegen zich niet helemaal zoals ‘normale’ mensen. Ze hadden ook pech – er gebeurden nare dingen als ze in de buurt waren en ze werden gezien als de oorzaak. Lucia had uiteindelijk ook wat geluk, en dat leidde tot haar vrijstelling. Maar het heeft lang geduurd en heel veel inspanning gekost van vele mensen.

Ik ben erin geslaagd dat Delta aan José toestemming gaf om te vertrekken, nadat we een woning hadden geregeld, genoeg geld om te overleven en nieuwe afspraken met advocaten en met nieuwe psychiaters. Na een tijdje ging José dus in een nieuw appartement in Den Haag wonen en leefde van haar arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ik heb haar zover gekregen om het Psychotrauma Diagnose Centrum te bezoeken, toen gevestigd op de Universiteitscampus van Utrecht, en nu onderdeel van een landelijk netwerk, zie https://www.pdcentrum.nl/home. Dit resulteerde in een zeer duidelijk, gedetailleerd en coherent rapport waarin ernstige PTSD werd geïdentificeerd en een geschikte behandeling werd aanbevolen. Een heel andere behandeling dan wat ze bij Delta had gekregen. Ondertussen ontving ik de post van José terwijl ik een jaar verbleef op het Netherlands Institute for Advanced Studies in Wassenaar (NIAS), niet ver van Den Haag. Mijn project bij NIAS was om een ​​boek te schrijven rondom JKL. José wilde niet dat haar echte adres bekend was bij de autoriteiten: daarom had ik Delta mijn adres bij NIAS gegeven en had ik José een eigen reserve bankrekening geleend. José wist dat verschillende instanties en personen nog steeds geld van haar wilden hebben, en weigerde botweg haar eigen bankrekening te openen, omdat ze beweerde dat haar geld dan onmiddellijk in beslag zou worden genomen door “de overheid”.

Helaas betekende dit dat ik de brieven te zien kreeg die ze van de Nederlandse belastingdienst kreeg, evenals verzoeken om haar oude studiebeurs voor haar studie Medicijnen aan de Rijksuniversiteit Groningen terug te betalen. Elke organisatie ging ervan uit dat ze nog steeds (d.w.z., ook na 2004) haar oude salaris bleef ontvangen. Ik eiste dat we dit zouden regelen. Ik kon haar niet helpen bij het ontduiken van belasting. Ze werd opnieuw woedend en vluchtte rond Kerstmis 2011 het land uit.

Ik was nu een slecht mens, net als alle andere personen van wie ze eerder had gehoopt dat ze haar zouden helpen haar baby terug te krijgen. Voor mij was het bovendien heel gênant dat ik geld van haar op een bankrekening van mij had staan. Af en toe waren er tekenen dat ze nog leefde (maar geen goede tekenen), namelijk problemen veroorzaakte, en op verschillende verre plaatsen: Lissabon, opnieuw; later, kort, in Freiburg in Duitsland, dicht bij Basel. Later nog in Engeland, opgesloten in Medway Maritime Hospital in Kent. Elke keer slaagden we erin om wat van haar geld bij haar te krijgen. Ik had trouwens meteen tegen de arbeidsongeschiktheidsdienst laten weten dat ze was verhuisd en dat haar locatie nu niet bekend was. Haar maandelijkse toelage kwam niet meer naar mij toe, onmiddellijk. Op dezelfde manier vertelde ik alle verschillende autoriteiten die haar aanmaningen stuurden om oude rekeningen te betalen dat ze niet meer op dat adres was. Hun brieven kwamen nu ook niet meer bij mij binnen.

Zoals iedereen eigenlijk, was José een vat vol tegenstrijdigheden. Haar ervaringen hadden die tegenstrijdigheden uitvergroot. Aan de ene kant was ze intelligent, levenslustig, gezellig; zeer geïnteresseerd in het leven, politiek, sociale ontwikkelingen, de natuur, in het bijzonder planten, vogels. Ze was goed georganiseerd, professioneel, praktisch. Aan de andere kant was ze (en werd ze steeds meer) monomaan. Ze zou haar moeilijke jeugd overwinnen. Haar jeugdtraumas zouden niet haar leven bepalen. Ze had een enorme behoefte om zelf een kind te hebben terwijl ze zichzelf als lesbisch beschouwde en bovendien alleen haar kind wilde opbrengen (of het laatste zo verstandig was, weet ik niet). Maar: ze had immers ook zichzelf helemaal alleen groot gebracht? Ze zocht relaties op dating sites, maar eigenlijk wilde ze geen relatie, eigenlijk wilde ze alleen een oudewetse zaaddonor vinden. Ze heeft dus menig man diep gekwetst door hun het idee te geven dat het om hun ging, terwijl het eigenlijk alleen ging om het biologische resultaat van seksuele gemeenschap. Wat kan haar hebben bezield om te denken dat ze zou overleven als alleenstaande moeder op het Drentsche platteland? Het meest achterlijk gebied van nederland, met een rijke geschiedenis van volledig negeren van centraal gezag. Het wilde Westen, maar dan in het Oosten.

Nadat haar kind was weggehaald stortte haar wereld in. Dapper vocht ze terug, maar steeds hadden de autoriteiten de troefkaarten in handen. “Het belang van het kind”. Alsof de autoriteiten het uitlokten, gooide ze steeds haar eigen ruiten in. Liep boos weg of ging schreeuwen in plaats van gedwee mee te spelen. Keer op keer, kreeg ze steun van een oude of een nieuwe vriend, van een advocaat of van haar oude therapeut Beata Bakker. Beata kwam op het geniale idee dat José en de biologische vader samen zouden doen alsof ze samen het kind wilden opvoeden. Dan moest Jeugdzorg zich toch anders gaan opstellen. José kon echter het toneel niet verdragen. Eigenlijk herkende ze ook haar eigen kind niet meer – die was inmiddels zo veranderd. De foto’s van haar, Peter de Koningh, en een inmiddels een jaar of zo oude Julia Lynn zien er ook vreselijk onecht uit. José kon het toneel niet opvoeren.

Elke keer deed haar huidige “ridder op een wit paard” iets fouts, waardoor ze razend werd, en hem (meestal, maar niet altijd, was het inderdaad een man) verwierp.

Ze is naar de Hoge Raad gegaan. Ze is naar de ombudsman gegaan. Ze is naar de European Court of Justice gegaan. Elke keer werd haar klacht op formele gronden onontvankelijk gevonden. Ze ging naar de Koningin. De Koningin (dus: eigenlijk een lid van het Kabinet van de Koningin) instrueerde Hare Minister van Justitie om de zaak uit te zoeken. De minister probeerde contact met José op te nemen, maar ze was er niet meer. Dat hield dan gauw op. Natuurlijk, ze had ook geschreven dat als haar brief gelezen werd, ze er niet meer zou zijn.

Dit is allemaal heel klassiek. Ik kan ook de psychologische en psychiatrische literatuur over PTSD lezen. José had nodig dat mensen begrepen dat fouten waren gemaakt, en ze had nodig dat die fouten erkend werden. In plaats daarvan werd ze, Kafkaësk, van het ene loket naar het andere gestuurd, waar steeds de ene ambtenaar naar het andere constateerde dat ze bij het verkeerde loket was. De hele tijd werd tijd kostbare tijd verloren, en zorgde ze zelf, door haar eigen snelle psychische aftakeling, dat het niet meer goed kon komen.

Ik vind dat het onrecht die haar gedaan is door de Nederlandse staat erkend moet worden. (Dat was uiteindelijk ook het enige dat ze wilde). Ze is niet de enige slachtoffer van Jeugdzorg en Kinderbescherming. Alle slachtoffers verdienen een monument.

Verder moet haar dochter mogen weten dat José enorm van haar kind hield, fantastisch goed voor haar zorgde, en als een tijgerin gevochten heeft om haar te beschermen. Ik heb laatst een verslag gelezen van Kinderbescherming zelf, over hoe Julia Lynn zich gedroeg in de eerste maanden nadat ze bij pleegouders was geplaatst. Het ging niet goed. Het is schrijnend.

Tenslotte heb ik nog kindertekeningen van José, schoolrapporten, zelfs haar diploma (medisch arts) bij de Rijksuniversiteit Groningen; gegevens over haar biologische ouders; oude familie foto’s. Haar dagboeken en notitieboeken. Alle juridische uitspraken van talloze rechtbanken. Rapporten van psychiatrische evaluaties. Deze zou ik graag willen zien toekomen aan haar dochter. Daar heeft Julia Lynn Booij ook recht op.

Why is a statistician concerned about José Booij?

In my recent blog posts https://gill1109.com/2022/01/17/nederlandse-familierechtspraak-de-tragische-zaak-van-jose-booij/ and https://gill1109.com/2022/01/13/dutch-family-justice-the-tragic-case-of-jose-booij/ I’ve given a glimpse of the trials and tribulations of José Booij. In this post, I want to explain how I got involved.

On April 14, 2010, the appeal court in Arnhem pronounced Lucia de Berk innocent of all charges against her. I had been working since Ton Derksen’s book came out in 2006 on the case, studying the statistics, talking to experts and journalists, helping the public to change their mind, and moreover working closely with Metta de Noo on her website. Fortunately, it has been preserved for posterity, https://web.archive.org/web/20161006180402/http://luciadeb.nl/, though the original URL has been taken over by an internet casino which brazenly calls itself “Lucia de Berk Casino”. (There is some poetic justice in that: I would certainly compare Dutch Justice to a lottery). Anyway, during those years I was at the receiving end of emails sent to the web-master as well as noticing posts placed on the “comments” section. Not surprisingly, we got reactions not just in straight support of our struggle for a re-trial for Lucia, but also reactions from various individuals who pointed out how such very similar terrible things had happened to them. One of those individuals was José Booij, another was Kevin Sweeney, https://en.wikipedia.org/wiki/Kevin_Sweeney_case. It was hard to find out what had actually happened to José; indeed it took a long time for her to divulge her name. At last, I succeeded and went to see her in her apartment in the Hague towards the end of 2010. Just before Christmas, I made a second visit: she wanted me to take a lot of stuff away and keep it “for her daughter later” because she was, she said, about to be forced to leave her flat. I was in a hurry and told her so. My family was waiting for me elsewhere in the Hague. I quickly loaded up two huge boxes of stuff and put them in my hired station car, then went back to her flat for the remainder. She was taking a long time talking about every single book she was choosing for Julia Lynn (very nice books by the way), and I got impatient, said something unfortunate, and she flew off the handle and chucked me out. I went back after Christmas but the bird had fled the nest. She’d disappeared.

José enjoying a visit to a former friend, Patrick

Later it transpired that she had travelled to several countries, ending up in Portugal, trying everywhere to find people who would fight for her to get her baby back. Half a year later, out of the blue, I got that weird phone call from Delta, a closed psychiatric ward inhabited mainly by sectioned junkies. Delta is nowadays part of an organisation called “Antes”. The specific hospital in question was not far from a village absurdly called Portugaal, south of Rotterdam and close to the “Oude Maas”, https://www.anteszorg.nl/contact/locaties/-/terrein-poortugaal.

The psychiatrists there had not believed her story that her baby had been stolen by the Dutch state and that she had written a letter to the queen and the queen had promised to help her. Aside from her odd terminology, it was completely true. I got to visit her and talk to the doctor who was in charge of her treatment. I set up a small network of friends who could care for her in the Hague and neighbourhood. I was struck by the enormous similarities between the very disparate cases of José Booij, Kevin Sweeney, and Lucia de Berk (“JKL”). In each case, this was a person who had had a traumatic childhood, had overcome those difficulties, and thanks to hard work and natural gifts were really making something of their lives. But they all stood out in a crowd, not quite behaving as “normal” people do. They had bad luck – bad things happened when they were around and they were seen to be the cause. Lucia eventually had some good luck and that led to her exoneration. But it took a long long time and a lot of work.

We managed to get José allowed to leave, having arranged a place to live, enough money to survive, and appointments with lawyers and psychiatrists. So after a while, José was living in a new apartment in the Hague, living off her disability allowance. I got her to visit the Psychotrauma Diagnosis Centre, then located on Utrecht University campus, and now part of a national network, see https://www.pdcentrum.nl/home. This resulted in a very clear, detailed, and coherent report identifying severe PTSD and recommending suitable treatment. Very different treatment from what she had been getting at Delta. Meantime, I was the recipient of José’s post while staying a year at the Netherlands Institute for Advanced Studies in Wassenaar (NIAS), not far from The Hague. My project at NIAS was to write a book around JKL. José did not want her actual address known to the authorities: that’s why I had given Delta my address at NIAS, and lent José a spare bank account of my own. José knew that various agencies and persons still wanted to get money from her and flatly refused to open her own bank account because she claimed that her money would then be immediately confiscated by “the government”. Her disability allowance therefore now went to an otherwise sleeping account of mine, and she took out the money she needed from an ATM using the bank card of the account.

Unfortunately, this meant that I got to see the letters she got from the Netherlands tax authorities as well as demands to repay her old government university study grant. Each different organisation assumed that she had continued to be getting her old salary since 2004. I demanded that we got this sorted out. I could not assist her in evading tax. She became furious yet again, and fled the country, around Christmas 2011.

I was now an evil person like all the other persons who she had earlier hoped would help her get back her baby. For me, it was moreover very embarrassing that I had money of hers in a bank account of mine. Occasionally, there were signs that she was alive (but not well), causing trouble and in various distant places: Lisbon, again; later, briefly, in Freiburg in Germany close to Basel. Later still in England, locked up at Medway Maritime Hospital in Kent. Each time we managed to get some of her money to her. By the way, I had immediately told the disability allowance agency that she had moved and that her location was now unknown. Her monthly allowance stopped coming to me, immediately. Similarly, I told all the various authorities who were sending her demands for money that she was no longer at that address. The letters slowly stopped coming.

Like everyone else, José was a barrel full of contradictions. Her experiences had magnified those contradictions. On the one hand, she was intelligent, lively, sociable; very interested in life, politics, social developments, nature, especially plants, birds. She was well organized, professional, practical. On the other hand, she was (and became more and more) a monomaniac. She would overcome her difficult childhood. Her childhood trauma would not define her life. She had a great need to have a child of her own while considering herself a lesbian and wanting to raise her child alone (whether the latter was the wisest thing to do, I don’t know). Hadn’t she also raised herself all by herself? She looked for relationships on dating sites, but she really didn’t want a relationship, really just wanted to find an old-fashioned sperm donor. So she deeply hurt many a man by giving them the idea that it was about them, when in fact it was only about the biological result of sexual intercourse. What could have possessed her to think that she would survive as a single mother in the countryside of Drenthe? The most backward area of ​​the Netherlands, with a rich history of completely ignoring central authority. The wild West, but in the East.

After her child was taken away, her world collapsed. She fought back bravely, but the authorities always held the trump cards. “The best interests of the child”. As if the authorities were provoking it, she kept smashing her own windows in. Walked away angry or yelled instead of meekly playing along. Time and again, she received support from an old or a new friend, from a lawyer or from her old therapist Beata Bakker. Beata had the genial idea that José and the biological father could act together as if they wanted to raise the child together. Then Youth Care would have to adopt a different attitude. José, however, could not bear the play-acting. In fact, she no longer recognized her own child – she had changed so much by now. The photos of her, Peter de Koningh, and Julia Lynn, who is now a year or so old, also look terribly fake. Jose couldn’t play her part of contrite and loving mother and wife.

Each time, her current “knight on a white horse” did something wrong, making her furious, and rejecting him (usually, but not always, it was indeed a man).

She went to the Supreme Court. She went to the ombudsman. She went to the European Court of Justice. Each time, her complaint was found to be inadmissible on formal grounds. She went to the Queen. The Queen (so: actually a member of the Queen’s Cabinet) instructed Her Minister of Justice to investigate the matter. The minister tried to contact José, but she was no longer there. That soon stopped. Of course, she had also written that when her letter was read, she would no longer be on this earth!

This is all very classic. I can also read the psychological and psychiatric literature on PTSD. José needed people to understand that mistakes had been made, and she needed those mistakes to be acknowledged. Instead, Kafkaesque, she was sent from one official to another, and one official after another determined that she was at the wrong counter. All the while, precious time was wasted, and she herself, through her own rapid psychological decline, made certain that things wouldn’t get any better.

I think the injustice done to her should be recognized by the Dutch state. (That was all she wanted, after all). She is not the only victim of Youth Care and Child Protection. All victims deserve a monument.

Furthermore, her daughter should know that José loved her child very much, took great care of her, and fought like a tigress to protect her. I recently read a report from Child Protection Services itself, about how Julia Lynn behaved in the first months after being placed with foster parents. It didn’t go well. It’s harrowing.

Finally, I still have children’s drawings by José, school reports, even her diploma (medical doctor) at the University of Groningen; data on her biological parents; old family photos. Her diaries and notebooks. All the legal rulings of numerous courts. Reports of psychiatric evaluations. I would like to see this delivered to her daughter. Julia Lynn Booij is also entitled to that.

Nederlandse familierechtspraak – de tragische zaak van José Booij

Dit verhaal werd oorspronkelijk geschreven in het engels door mijn oude vriend Brian Sacks, november 2010: http://www.briansacks.com/html/a_dutch_tragedy.html. Gereproduceerd in deze blog, januari 2022 https://gill1109.com/2022/01/13/dutch-family-justice-the-tragic-case-of-jose-booij/. Ik reproduceer het nu alweer, deze keer vertaald naar het nederlands met hulp van Google.

Brian verbleef in juli 2010 een week of twee in Nederland. Ik ging met Brian en José mee op verschillende sightseeingtrips en Brian nam talloze gesprekken met José op.

Ik zal dit binnenkort uitgebreiden met een persoonlijk verslag van mijn [Richard Gill’s] eigen ervaringen in de zaak, voornamelijk 2010 – 2011.

Sinds 2014 is niks meer van José vernomen. Ze was toen gedwongen opgenomen “the Medway martime hospital” in Engeland en was niet toegestaan enig contact met de buitenwereld te houden. Haar artsen daar weigerde ook enig contact te hebben met haar kennissen. Weigerde de resultaten van psychiatrisch onderzoek in nederland in ontvangst te nemen. José’s dochter Julia Lynn wordt dit jaar 18. Wellicht leeft Julia-Lynn nu onder een andere naam en wellicht weet ze haar geboortenaam niet eens. Ze heeft wel recht op, om over haar geboorte-ouders te weten. Geen verplichting, uiteraard. Ik heb in 2010 van José allerlei spullen gekregen, om voor haar dochter te bewaren. Familie fotos, dagboeken, bandopnamen, correspondentie. Inclusief daadwerkelijk een brief van de koningin [nou ja: de persoonlijke secretaris van de koningin] die daadwerkelijk beloofde om actie te nemen. Actie bleef uit, omdat José zelf onvindbaar werd.

Nu, “over to you, Brian”.

“Stil, kleine baby, huil niet.
Je weet dat je moeder is geboren om te sterven.
Al mijn beproevingen, Heer, zijn snel voorbij”

All My Trials, gezongen door Joan Baez

Terwijl ik [Brian Sacks] dit schreef [november 2010], leefde José Booij nog. Als u het leest, leeft ze misschien niet meer. Nu is haar gezicht misvormd en gedeeltelijk verlamd, het resultaat van een zelfmoordpoging die haar acht dagen in coma heeft gehouden. En hoewel ze misschien niet geboren was om te sterven, werd haar lot misschien bezegeld toen ze twee jaar oud was. In het kort, dit is haar verhaal

  • Op 2 december 2004 werd José’s zes weken oude dochtertje Julia Lynn (geboren 21 oktober 2004, in het Scheper Ziekenhuis, Emmen, provincie Drenthe) met geweld bij haar weggenomen door Bureau Jeugdzorg en aan pleegouders gegeven.
  • Bijna veertig jaar geleden werd José op tweejarige leeftijd bij haar eigen zorgzame moeder weggehaald en opgevoed door gewelddadige pleegouders.
  • Direct na opname in het ziekenhuis onderzocht, werd Julia Lynn volkomen gezond bevonden, goed gevoed en goed verzorgd. Maar ze werd niet teruggegeven aan haar moeder.
  • Voorafgaand aan de verwijdering van de baby was José Booij een succesvolle medisch doctor die werkte als verzekeringsarts in het noordoosten van Nederland.
  • Het trauma en de financiële gevolgen van deze gebeurtenissen en de gebeurtenissen die ze teweegbrachten, evenals talrijke rechtszaken, zorgden ervoor dat José failliet ging.
  • Bijna twee jaar na de verwijdering van Julia Lynn, verwekte José nog een kind door kunstmatige inseminatie. Maar omdat de overheid beslag had gelegd op José’s bezittingen en omdat ze door de trauma niet in staat was haar eigen zaken te regelen, werden haar watertoevoer, elektriciteit en verwarming afgesloten, met als gevolg dat ze een miskraam kreeg. Binnen enkele dagen werd ze uitgezet en begon ze op straat te leven.
  • Via België, Frankrijk en Spanje verhuisde José naar Portugal, waar ze zich opnieuw vestigde als vertaler. Ze had een baan, een huis en een auto. Maar opnieuw werd ze op bevel van het Nederlandse Ministerie van Justitie onteigend en op straat gegooid.
  • Toen ze in 2009 opnieuw Nederland binnenkwam met de bedoeling haar strijd om haar dochter terug te winnen voort te zetten, werd ze gearresteerd en opgesloten in het Delta Psychiatrisch Centrum nabij Rotterdam. Het was slechts de laatste van de twintig keer dat ze was gearresteerd en de negende keer dat ze in een psychiatrische inrichting was geplaatst. De Nederlandse overheid erkent niet dat ze getraumatiseerd is door zijn eigen acties; voor de staat is ze gewoon schizofreen en psychotisch. In geen enkel ander land wordt aangenomen dat ze deze psychische problemen heeft.
  • Ze bleef opgesloten bij Delta, kreeg geen contact met de buitenwereld en kreeg antipsychotica ingespoten, omdat de psychiatrische staf haar verhaal niet geloofde. Pas na zeven maanden pleegde het Instituut de nodige telefoontjes waaruit bleek dat José de waarheid sprak. Met hulp van vrienden verliet ze Delta na 10 maanden in juli 2010 en huurde een appartement in Den Haag.
  • José deed in november 2010 een zelfmoordpoging. Zes jaar lang had ze gevochten om haar dochter terug te krijgen. Ze had haar dochter sinds maart 2005 niet meer gezien
José en haar baby Julia Lynn, enkele dagen voor de ontvoering van Julia door politie

José Booij werd geboren in november 1963, twee dagen na de moord op president Kennedy. In Groot-Brittannië en Amerika was het een tijd van frisse ideeën en veranderende levensstijlen. Maar eeuwenoude vooroordelen en sociale zeden heersten nog steeds in Den Haag, Nederland, waar José woonde met haar moeder en zus. Toen José twee jaar oud was, werd ze bij haar moeder weggehaald, waardoor de familie het slachtoffer werd van roddels en vooroordelen over het alleenstaande moederschap. Ondanks dat haar moeder goed voor haar kon zorgen, en ondanks dat haar moeder José’s zus nog had, werd José bij pleegouders geplaatst.

Haar pleegouders waren een gescheiden stel dat elkaar haatte, maar samenwoonden en een bedrijf maakte van het opvoeden van ongeveer zes pleegkinderen tegelijk. José vertelt over een decennium van verbaal, emotioneel en fysiek misbruik:

“Ik ben thuis zwaar geslagen en de andere kinderen ook. Op een keer, toen ik vier of vijf jaar oud was, zag ik mijn pleegouders het hoofd van mijn pleegbroer John tegen de muur slaan. Ik zag zijn ogen wegdraaien en zag hem langs de muur naar beneden glijden en een streep bloed achter zich latend. Hij was een aardige, aardige jongen en van alle andere kinderen in het huis vond ik hem het leukst. Ze bevalen hem me in elkaar te slaan, maar hij probeerde me zo zacht mogelijk te slaan, terwijl hij hen er nog steeds van overtuigde dat hij me pijn had gedaan. Ik denk dat ze wisten dat we elkaar leuk vonden, en daarom hebben ze hem bevolen me in elkaar te slaan. Ze dwongen me mijn bril af te doen voordat ik werd geslagen voor het geval ze beschadigd raakten.

“Hij is zwaar beschadigd door zijn ervaringen. Hij dissocieerde altijd, zoals ik, ontsnapte in zijn geest, en dan sloegen ze hem in elkaar omdat hij niet oplette. Toen hij ouder werd, begon hij te drinken, roken en drugs te gebruiken. Hij zat 20 jaar opgesloten in een psychiatrische inrichting en probeerde verschillende keren zelfmoord te plegen. Hij was zo stom om uit een raam op de vierde verdieping te springen en eindigde met een gebroken rug. Maar later deed hij het goed en wierp hij zich voor de trein. Ik bewonderde hem daarom. Hij was zijn hele leven gemarteld, maar nu was hij vrij”.

Gedurende het decennium dat José in het huis was, had haar echte moeder geprobeerd haar terug te winnen en haar te bezoeken, maar de pleegouders hadden dit verhinderd. Uiteindelijk schakelde ze een advocaat in en slaagde erin om de woning te laten nakijken door een bevoegde inspecteur van Bureau Jeugdzorg. Als gevolg hiervan werd het huis stilgelegd, maar inmiddels was haar moeder een gebroken vrouw. Vijftien jaar nadat José van haar moeder was weggenomen, kreeg ze excuses van de Nederlandse overheid.

José bracht de rest van haar middelbare schooltijd door in, in totaal, twintig andere pleeggezinnen, telkens een paar weken in elk. Op school werkte ze hard en las ze ijverig. In elk nieuw huis observeerde ze de interacties tussen volwassenen en kinderen. “Ik zag hoe de ouders handelden, hoe de kinderen reageerden en hoe iedereen zich voelde. Dus ik leerde hoe mensen zich gedragen, maar ik hield afstand omdat ik me zo anders voelde dan zij. Ik voelde me iemand van een andere planeet”.

José overwon haar achtergestelde opvoeding om vanaf 1985 een plaats te veroveren om geneeskunde te studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze was een succesvolle studente, maar tegen de tijd dat ze vijfentwintig was, ontdekte ze dat haar individualiteit problemen veroorzaakte met haar collega’s in de geneeskunde in opleiding . “Ze begonnen me onder druk te zetten om me aan te passen aan de manier waarop ik me kleedde. Mijn kleren waren te chic voor hen. Ik moest stoppen met het lakken van mijn teennagels, het gebruik van make-up, het dragen van ringen en oorbellen. Ze zeiden dat ik mijn haar moest knippen. Ik had het gevoel dat ik hulp nodig had om met de vooroordelen waaraan ik werd blootgesteld om te gaan, en toen kwam ik bij dr. Bakker terecht”. Ook begon José op een bepaald moment tijdens haar medische studie dissociatieve periodes te krijgen, waarbij ze mentaal in haar eigen wereld afdwaalde en terugknalde zonder herinnering aan de voorgaande momenten. Dissociatie is een veel voorkomende reactie op jeugdtrauma.

Dr. Beata Bakker was een bekende psychologe die een techniek had ontwikkeld die ‘constructieve gedragstherapie’ wordt genoemd en die zich richtte op toekomstig gedrag in plaats van op het verleden. Dr. Bakker overtuigde José ervan dat, hoewel ze leed aan een depressie die verband hield met haar jeugdtrauma’s, ze er niet blijvend door beschadigd was en dat ze haar toekomst niet hoefden te beïnvloeden.

In de jaren die volgden leek het alsof de inschatting van dr. Bakker klopte. José studeerde af als arts, bouwde een succesvolle carrière op en reisde de wereld rond. Ze oefende een jaar geneeskunde in het Agogo Hospital in Ghana, waar ze onder meer onderzoek deed naar ondervoeding bij baby’s.

Maar zestien jaar nadat José voor het eerst dr. Bakker had geraadpleegd, kwamen haar jeugdtrauma’s in een heel letterlijke zin terug. In september 2004 beviel José van een dochter, Julia Lynn, uit een korte relatie met muziekinstrumentenmaker Peter de Koningh. Slechts zes weken later, op 2 december 2004, haalden politieagenten aangestuurd door Bureau Jeugdzorg de nieuwe baby uit het huis van José in Elim, Drenthe, en brachten haar naar het Bethesda Ziekenhuis in het nabijgelegen Hoogeveen. Bijna drie decennia nadat José van haar moeder was weggenomen, was haar pasgeboren baby nu van haar weggenomen.

Niet alleen José maar ook haar buurvrouw Marijke Eijpe wonen niet meer in Elim. De buurvrouw woonde op #113, nu bewoond door de heer Hutterd.

Het is belangrijk om te kijken naar de redenen waarom Julia Lynn is meegenomen en het ondersteunende bewijsmateriaal. Er waren eerst zorgen geuit door een buurvrouw en vervolgens door de wijkverpleegster, over José’s psychische gezondheid en het voedingsregime van de baby. De huisarts, die om zijn beoordeling vroeg, diagnosticeerde José als ‘borderline’. Op grond van deze meldingen, ingediend bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK), heeft de Raad voor de Kinderbescherming de uithuisplaatsing van het kind gelast.

Maar geen van deze punten was gebaseerd op enig redelijk bewijs. Julia Lynn werd in het ziekenhuis onderzocht en bleek kerngezond, goed gevoed en verzorgd te zijn. Desalniettemin werd ze in een pleeggezin geplaatst vanwege de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming over José’s psychiatrische toestand en vanwege hun bezwaren tegen José borstvoeding in plaats van flesvoeding.

De beweegredenen van de buurvrouw om zijn bezorgdheid te uiten moeten in twijfel worden getrokken. José houdt vol dat er al lang een slecht gevoel tussen hen was. Ze stelt dat de buurvrouw de grond naast het huis van José bezat en verplicht was een toegangsweg aan te leggen, maar weigerde dit te doen. José vertelt ook dat deze buurvrouw tijdens haar zwangerschap al had gedreigd de baby bij haar weg te laten halen.

De diagnose ‘borderline’ van de dokter was inderdaad wankel. Hij had juffrouw Booij slechts bij hoogstens twee korte bezoeken aan moeder en baby gezien. Hij gaf toe de diagnose alleen onder druk van het AMK te hebben gesteld. Hij mocht niet getuigen in de rechtbank en weigerde vervolgens twee jaar lang vragen van de rechters over de zaak te beantwoorden. Uit diverse psychiatrische onderzoeken na de verwijdering bleek dat Booij in het geheel geen psychiatrische stoornis had. Booij heeft verklaard: “De enige keer dat de dokter me zag, was toen hij naar het huis kwam en zei dat de overheidsinstantie de baby naar het ziekenhuis zou brengen om haar te onderzoeken. Hij verklaarde dat er iets niet in orde was in verband met mijn borstvoeding – dat had de buurvrouw gemeld. Ik schreeuwde dat ze weg moesten. Ik stond voor de slaapkamer van mijn baby om haar te beschermen. Ze gingen weg en twee uur later stonden er vijf politieauto’s in mijn voortuin. Politieagenten kwamen mijn huis binnen, gooiden me op de grond en renden weg met mijn baby”. 

Bezorgdheid over de voeding lijkt even zwak. José gaf om de drie uur borstvoeding op verzoek in plaats van flesvoeding volgens het vier uur durende schema van de wijkverpleegkundige. Ze was in strijd met rigide beleid ten gunste van flesvoeding, en dit werd vervolgens in de rechtbank tegen haar aangevochten. De verpleegster verklaarde: “Ik zag Booij dunner worden, ze raakte steeds meer uitgeput en verward. Als er iets was gebeurd en ik had niets gedaan, dan zou ik spijt hebben gehad”.

Deze reactie geeft aan wat de echte reden voor de verwijdering kan zijn geweest. In het noorden van Nederland waren de afgelopen tijd meerdere kindermoorden. De Raad voor de Kinderbescherming en zijn bureau Bureau Jeugdzorg waren op de hoogte van de betrokken gezinnen en hun problemen, maar hadden de tragedies niet voorkomen. Dit had geresulteerd in een vastberadenheid van deze instanties om te voorkomen dat zoiets opnieuw zou gebeuren. Cees Wierda, de directeur van het Bureau Jeugdzorg (regio Drenthe) die verantwoordelijk is voor de zaak, stelt dat de moorden op baby’s de afgelopen tijd zeker een rol hebben gespeeld bij de beslissing om de baby weg te halen. “Het heeft onze werklast vergroot en we moeten de risico’s minimaliseren”.

Misschien kan alleen zo’n klimaat van reactie en angst ervoor zorgen dat een gezonde en goed verzorgde baby wordt weggehaald bij een competente en liefhebbende moeder in een geavanceerd Westers land als Nederland.

 – – – –

In de weken na de verwijdering van de baby werd José meerdere keren een paar dagen achter elkaar door de politie opgesloten vanwege beschuldigingen van buren. Haar buren groeven een greppel rond haar huis om te voorkomen dat ze er bij kon. Ten slotte werd José enkele weken opgesloten wegens vermeende bedreigingen en alleen vrijgelaten op voorwaarde dat ze nooit meer naar haar huis zou terugkeren. Ze verkocht haar huis met verlies waardoor ze failliet ging. Haar auto was nu het enige dak boven haar hoofd.

Vanaf dit punt ging het leven van José onverbiddelijk naar beneden. Niet alleen haar baby was haar afgenomen, maar ook het geloof dat de trauma’s uit haar jeugd tot het verleden waren overgegaan. Integendeel, ze kwamen ongecontroleerd aan de oppervlakte, waardoor het voor haar onmogelijk werd om rationeel te reageren op gebeurtenissen terwijl ze zich ontvouwden. Contacten met Bureau Jeugdzorg leidden onvermijdelijk tot woede-uitbarstingen. Haar toenmalige advocaat Jaap Groen stelt: “De Jeugdzorg heeft juffrouw Booij vanaf het begin behandeld alsof ze dement was. De manier waarop dingen werden gedaan, zou haar psychiatrische gezondheid niet veel goeds hebben gedaan, en ik denk niet dat dat een grote verrassing is.”

Makelaar Henk Kroezen en zijn vrouw waren bevriend met José en hebben haar in de weken na de ontvoering van Julia Lynn emotioneel en praktisch bijgestaan. Volgens Kroezen: “Mijn vrouw nam haar in het begin meteen mee naar de Raad voor de Kinderbescherming om haar dochtertje te zien, maar José maakte daar alles onmogelijk. Ze werd zo ontzettend boos op de Kinderbescherming”. Regionaal directeur Jeugdzorg Cees Wierda zei in 2006: “We willen het graag hebben over de voorwaarden waaronder de moeder met de baby kan communiceren, maar bij deze moeder kan dat niet”.

 – – – –

De verwijdering van Julia Lynn werd het onderwerp van een traumatische, verwarrende en dure opeenvolging van rechtszaken. Bij haar eerste belangrijke proces werd José geconfronteerd met wat als grimmig primitief vooroordeel kan worden beschouwd. Ze vertelt: “De rechter [mw.mr.dr. GW Brands-Bottema; rechtbank Zutphen, tevens voorzitster van de nederlandse bond van protestants plattelandsvrouwen] vertelde me dat ik te slank en te kwetsbaar was en dat slank zijn een teken was van te gestrest zijn. Mijn gynaecoloog vertelde de rechter dat dit helemaal niet waar was en dat ik kerngezond was. Haar daaropvolgende beloning was dat ze van haar post werd ontheven. De rechter zei ook dat een man het hoofd van het gezin moest zijn en dat ik een slechte moeder was omdat ik werkte. Ze vertelde me dat ik mijn carrière als arts moest opgeven om thuis te blijven en voor mijn baby te zorgen, en dat ik een man moest hebben. Ik was van plan om mijn baby naar een crèche te brengen zodat ik mijn carrière zou kunnen hervatten als mijn zwangerschapsverlof zou eindigen, maar de rechter zei me dat dit niet acceptabel was. Er was maar één rechter, en dit was haar eerste zaak. Ik voelde dat ze me haatte omdat ik een carrière en een baby had. Haar boodschap aan mij was dat ik het een of het ander kon hebben, maar niet allebei. Mijn advocaat protesteerde tegen de rechter die simpele vooroordelen gebruikte als rechtvaardiging voor het wegnemen van mijn baby, maar de rechter verklaarde botweg dat ze de beslissingen in haar rechtbank nam. Dit was een gesloten rechtbank; geen journalist of buitenstaander is toegestaan ​​in dit soort rechtbank in Nederland. Er is geen jurysysteem in Nederland. Er is geen stenograaf, u mag geen bandopnames maken of een transcriptie van de procedure opschrijven. De rechtbanken accepteren zonder enige twijfel alles wat een vertegenwoordiger van de overheid zegt. Ze namen als bewijs dat ik krankzinnig was, het feit dat ik vele jaren eerder counseling had gekregen van Dr. Bakker. Ze begrepen niet dat je in de hulpverlening terecht kon omdat je je wilde ontwikkelen en groeien”.

Het gerechtshof in Leeuwarden oordeelde dat Bureau Jeugdzorg onbekwaam was en zich verder niet met de baby mocht bemoeien. Maar deze en de daaropvolgende rechtszaken in de volgende twee jaar leidden er niet toe dat de baby werd teruggestuurd. Doorgaans vroeg elk proces om een ​​verder onderzoek en stelde het eenvoudigweg het nemen van een beslissing uit. Meestal zou er ook niets komen van het gevraagde onderzoek. Bovendien, wat het ministerie van Justitie betreft, heeft het verstrijken van de tijd de mogelijkheid dat het kind een band met de moeder krijgt, effectief vernietigd. José heeft duidelijke opvattingen over de reden waarom haar recht is geweigerd: “In Nederland is er geen scheiding der machten. De rechters zijn niet onafhankelijk, ze worden benoemd door de minister van Justitie, werken voor hem en nemen de leiding van hem over. De instanties die mijn baby hebben meegenomen, vallen onder het ministerie van Justitie. De rechters zeiden dat deze zaak uit de kranten moet worden gehouden. Het is duidelijk dat ze me wilden opsluiten en dat mijn zaak in de doofpot werd gestopt”. José zelf werd steeds wanhopiger en getraumatiseerd.

José had haar moeder weer ontmoet nadat haar baby was weggenomen. Ze had het gevoel gehad dat ze haar moeder moest vragen hoe ze erin was geslaagd in leven te blijven nadat ze zelf al die jaren geleden was ontvoerd. Het antwoord van haar moeder was om nog een baby te krijgen. Dit was hetzelfde antwoord dat dr. Bakker ook aan José had gegeven.

José besloot om via kunstmatige inseminatie nog een baby te proberen te krijgen en werd in augustus 2007 opnieuw zwanger. Maar ze verkeerde nu in wanhopige financiële omstandigheden. Door haar trauma was ze niet in staat om haar eigen zaken te regelen, en een advocaat zou namens haar voor hen zorgen. De overheid had haar bankrekening bevroren en haar inkomen geconfisqueerd, wat in dit stadium een ​​invaliditeitsuitkering was. Eind oktober 2007 schreef José de koningin van Nederland dat ze zwanger was en met uitzetting werd bedreigd, en vroeg om hulp. Maar José kreeg een paar dagen later, precies twaalf weken en een dag na de conceptie, een miskraam als gevolg van het wegvallen van water, elektriciteit en verwarming. Een paar dagen daarna werd ze uit huis gezet en begon ze op straat te leven.

José vluchtte kort daarna het land uit. Ze verbleef een korte tijd in België en daarna in Frankrijk en Spanje. Elke ambassade die ze om hulp vroeg, zou de Nederlandse autoriteiten opbellen, en die zeiden dat José gek was en moest worden opgesloten. Uiteindelijk arriveerde José in Portugal en bleef daar uiteindelijk twee jaar. Ze zegt: “Toen ik in Portugal aankwam, moest ik een baan vinden, en die vond ik heel gemakkelijk als vertaler. Ik huurde een huis en had een nieuw leven. Maar toen hebben ze me in Portugal uitgezet. De politie klopte aan de deur met een bevelschrift: ‘Bevel van het Nederlandse ministerie van Justitie: juffrouw Booij betaalt haar schulden in Nederland niet, dus haal haar bezittingen in Portugal weg’. Dus werd ik weer op straat gegooid”.

In de zomer van 2009 keerde José terug naar Nederland met de bedoeling haar strijd te hernieuwen om haar dochter terug te winnen en werd onmiddellijk gearresteerd. Ze is op last van een rechter opgesloten in het Delta Psychiatrisch Centrum bij Rotterdam op grond van schizofreen en psychotisch zijn; ze had een verhaal verteld over een ontvoerde baby en een brief aan de koningin. Het was pas de laatste van twintig keren dat ze was gearresteerd en de negende keer dat ze in een psychiatrische inrichting was geplaatst. In geen enkel ander land wordt aangenomen dat ze deze psychische problemen heeft.

Ze werd nog steeds vastgehouden in Delta in een afgesloten cel en geïnjecteerd met antipsychotica omdat de psychiatrische staf haar verhaal niet geloofde. Contact met de buitenwereld werd haar ontzegd. Pas na zeven maanden heeft de instelling de nodige telefoontjes gepleegd, naar Beata Bakker en Richard Gill, waaruit bleek dat José de waarheid sprak. Richard Gill is hoogleraar statistiek aan de Universiteit Leiden, die José kende en op de hoogte was van haar verhaal. Met de hulp van professor Gill en anderen kon José in juli 2010 Delta verlaten en een appartement huren in Den Haag.

In oktober 2010 keerde José terug naar Portugal en verzamelde een hoeveelheid diazepammedicatie. Toen ze in november terugkeerde naar Nederland, probeerde ze zelfmoord door een overdosis diazepam.

José had zes jaar lang gevochten om haar dochter terug te winnen. Ze heeft haar dochter sinds maart 2005 niet meer gezien.

– – – –

Nieuwsblad van het Noorden, 2 februari 2006 (1e van 3 stukken)
Nieuwsblad van het Noorden, 2 februari 2006 (2e van 3 stukken)
Nieuwsblad van het Noorden, 2 februari 2006 (3e van 3 stukken)
Nieuwsblad van het Noorden, 4 februari 2006
Nieuwsblad van het Noorden, 11 november 2006
Nieuwsblad van het Noorden, 20 december 2006